Lieve
gemeente en alle gasten,
Vanmorgen,
toen Herman Mussche, onze organist bij het orgel kwam, bleek dat het orgel het
niet meer deed. De windmotor stuk. Waarschijnlijk hebben muizen de draden
doorgeknaagd.
Hij
kwam gelijk naar de pastorie en vertelde het mij. Daar schrik je toch wel even
van. Vanavond geen orgelspel in de kerstnachtdienst.
En
vanwege de griepepidemie had DES al gemeld dat ze waarschijnlijk een te kleine
bezetting hadden om te zingen.
Daar
sta je dan.
Wat
te doen? Want je kunt je toch geen kerstnachtdienst voorstellen zonder muziek?
Ik
heb Herman een gedicht, een lied meegegeven dat ik zelf een paar jaar geleden
heb geschreven. En ik heb hem gevraagd om er een melodie op te maken, met een
uitvoering voor twee mannenstemmen, een bas en een tenor, zodat hij en ik samen
konden zingen, en een stem voor kinderkoor en begeleiding van gitaar.
Ik
heb toen gebeld naar de dirigente van het kinderkoor de Nachtegaaltjes. En zij
heeft de kinderen bij elkaar getrommeld. Vanmiddag zijn we een poos aan het
oefenen geweest. En dat zouden we dan vanavond in deze dienst uitvoeren.
Maar
zowaar, het bleek allemaal niet nodig, want aan het eind van de middag hadden
ze toch de storing in de motor van het orgel gevonden, en kort daarna kreeg ik
ook een berichtje dat het koor toch zou zingen.
Nu
zie ik Herman Mussche verdwaasd kijken, en de leden van het koor en dirigent
nog meer. Want het is een verhaal uit de dikke duim. Noch het orgel, noch het
koor hebben het vandaag laten afweten.
Maar
helemaal dikke duim is het niet. Want bijna op deze manier is in 1818 het meest
beroemde kerstlied ter wereld en in de geschiedenis ontstaan.
Op
24 december van dat jaar liet het orgel het afweten in Oberndorf, een klein
dorpje in Oostenrijk. Een koor zou er niet zijn.
En
toen heeft de pastoor samen met de organist op de manier zoals ik daarnet
vertelde, het lied Stille Nacht het licht doen zien.
Die
kerstnacht is het voor het eerst door de pastoor, de organist en het
kinderkoortje gezongen, begeleid met een gitaar.
De
pastoor heette Jozef Mohr, en de organist was Franz Gruber.
Het
lied is na een paar jaar door een orgelmaker meegenomen naar een andere plaats.
Daar is het door een koor gezongen, en in een rap tempo is het toen bekend
geworden en over de hele wereld verspreid.
Het
is in meer dan 200 talen vertaald.
Het
plaatsje in Oostenrijk waar het ontstond is een toeristische trekpleister
geworden waar jaarlijks tienduizenden toeristen komen kijken, ook in de
gedachteniskapel, die ter ere van het lied en van zijn dichter en componist is
gebouwd. Surf maar eens even op internet, en je vindt er enorm veel informatie
over.
Op
onze liturgie hebben we het gedachtenisraam van de componist Franz Gruber
afgedrukt.
Het
is onvoorstelbaar, zo vaak als dit lied wordt gedraaid, gezongen. In allerlei
versies. Zelfs in het Nederlands zijn er twee versies van: een protestantse en
een rooms-katholieke.
En
het is in zoveel zettingen en uitvoeringen voor instrumenten te beluisteren. Er
is zelfs een hardrock versie van.
Eigenlijk
is het een wonderlijk gebeuren dat we dit lied elk jaar weer over de hele
wereld zingen.
Ik
vind het niet altijd een vreugde meer. Het is langzamerhand wel heel erg
platgewalst. Als je de Hema inloopt en je hoort het weer op een toch wat
sentimentele deun zingen of spelen, dan heb ik wel eens de neiging om de winkel
weer uit te lopen, of mijn oren dicht te stoppen.
Maar
deze avond, deze nacht, spreek ik u toch op het lied aan.
Stille
nacht, heilige nacht.
Want
ook al is het vaak een sfeerliedje geworden, het is toch een lied dat ons
verwijst naar het heiligste gebeuren in de geschiedenis van de wereld.
Wat
er die nacht is gebeurd met die paar mensen die er bij betrokken waren, is
eigenlijk niet goed met woorden weer te geven.
Dat
God zelf onder de mensen kwam wonen.
God
is oneindig groter dan wij.
God
is oneindig machtiger dan wij.
God
en mens: dat is een enorm verschil. Een oneindig verschil zelfs.
Misschien
is dat zelfs al moeilijk te beseffen. Zeker voor ons. Wij kunnen ons alleen
maar iets voorstellen dat we kunnen zien. Waar we een documentaire over kunnen
maken.
Maar
de heilige God.
En
dat die heilige God in een mens, in een baby op aarde komt onder schamele
omstandigheden: dat is iets waar je alleen maar met de grootste schroom en de
grootste verwondering over spreken kunt.
Begrijpt
u dat daar eigenlijk niets sentimenteels aan is?
Dat
is niet iets waar je een meezinger van kunt maken.
Dat
is ook niet iets voor zomaar even een gezellig gevoel. Een lekker gevoel.
Eigenlijk
iets wat je alleen maar een beetje kan benaderen met verwondering. En
verbazing. En vreugde.
Stel
je die twee mensen voor. Jozef en Maria. Die in de voorgaande maanden die
wonderbaarlijke zwangerschap hebben meegemaakt. Maria zwanger zonder Jozef. Uit
de heilige Geest. Wat een onvoorstelbare wereld van gedachten hebben die twee
gehad.
En
denk je dan eens in hoe ze naar die baby gekeken hebben. Goddelijk kind.
Je
moet je die herders voorstellen in die nacht. Zo concreet mogelijk.
Overrompeld
werden ze met licht. En dan een stem, die zegt: de Redder van de wereld is
geboren.
En
die ongehoord prachtige koorzang die er bij is geweest. Het Gloria uit de hemel
zelf.
In
die zin is het geen stille nacht geweest.
Wat
Lucas ons vertelt in dat bijbelstuk zijn geen fabeltjes. Geen sprookjes. Zo is
dat gebeurd.
Als
je dat overkomt als je in de nacht bij elkaar zit als herders dan is dat zo
overweldigend groot. Maar ook zo machtig mooi.
Dat
kun je niet a la Jantje Smit bezingen. Of
Frans Bauer. Daar
zijn de liedjes van Marco Borsato heel oppervlakkig bij.
En
dat kun je ook niet vatten met een stukje knusse gezelligheid. Of met een
meeslepende uitvoering van Stille nacht.
Daarvoor
moet je inderdaad je hele wezen openstellen en niet even je gevoel alleen gaan
zitten strelen.
Maar
dan ontwaar je er ook iets van wat die woorden willen uitdrukken.
Stille
nacht, heilige nacht.
Je
bent er opgetogen van. Het is alsof de engelen je inderdaad zelf aanraken.
Want
God is in de wereld gekomen.
God
heeft met Jezus en in Jezus de duisternis van de wereld verdreven.
Hij
heeft de macht van het kwaad die op de mensen ligt en de wereld vasthoudt,
opgetild en weggenomen.
Hij
heeft de dood overwonnen.
In
de stilte van die kerstnacht is het lot van de hele wereld beginnen te
veranderen. Het kerstkind heeft alles te maken met alle dingen die we dagelijks
om ons heen zien.
Daar
heb je een heel jaar voor nodig om dat met alle feesten die er gevierd worden
in de kerk over het voetlicht te brengen.
Daar
zijn kerstsfeer-gevoelens in de kerstnacht echt ontoereikend voor. Daar is de
echte verrukking over wat er is gebeurd met Jezus, wiens leven in die stille,
heilige nacht in Bethlehem begon, voor nodig. Dat brengt je tot geloof. En
aanbidding.
Komt
laten wij aanbidden. Daar zijn we mee begonnen, vanavond.
Dat
is recht doen aan de gebeurtenis van de heilige nacht: aanbidden.
Jezus,
baby en koning van het heelal. Wat een machtige rust is er in die stille,
heilige nacht geweest!