Dorpskerk Barendrecht, Hemelvaart 2008 ds. Ph. van
Wijk
Johannes 17 : 1-5 ‘Vader, verheerlijk uw Zoon’ en Olivier Messiaen: l’Ascencion
Lieve gemeente,
Waar en wat is nu de hemel?
We zouden er best een goede documentaire willen zien.
Helaas werkt het zo niet.
Zeker niet voor ons, mensen van oeverloze prikkeling van zintuigen. Ik begrijp
anderzijds wel dat we best eens wat concreter mogen zijn over de hemel. Ik raad
u aan om eens C.S. Lewis te lezen.
Maar vandaag kies ik een
andere insteek.
Vandaag vertelt Olivier Messiaen ons de hemelvaart. Hij behoort tot de grootste componisten van de
twintigste eeuw, en dit jaar vieren we dat hij honderd jaar geleden werd
geboren. En daarom willen we op deze Hemelvaart zijn compositie l’ Ascenscion laten horen, geschreven
op zijn tweeëntwintigste.
Het klinkt niet direct
feestelijk. Integendeel. Het begint met dissonanten. Slecht klinkende accoorden. Bede uit de diepte. Het verlangen van Christus
om dwars door de baaierd van verschrikking die over Hem komt toch thuis te
komen. Te overwinnen en werkelijk binnen te komen in het ‘thuis’ van de liefde.
Dat verlangen vertolkt Messiaen in phrasen, muzikale
zinnen, met dissonanten, disharmonie, pijn. Zuchtend, schreeuwend verlangen.
Gebed. Vader verheerlijk uw Zoon. En dan, uiteindelijk
– letterlijk aan het einde van iedere regel wordt dat verlangen vervuld. Dan
lossen die pijnlijke, lelijke dissonanten zich op in harmonie. In vrede. Dat is
antwoord van de Vader. De vervulde hoop. Dat is hemelvaart:
binnen mogen komen in de echte vrede.
Om het duidelijk te maken, en
ook om straks de taal van de muziek ook enigszins te begrijpen laat Hans alvast
de eerste zin, de eerste phrase
horen.
Straks zullen er zo meer phrasen zijn. Steeds langer. Steeds de dissonanten, het
verlangen, maar ook steeds meer glorie! Vader, verheerlijk uw Zoon!
Wat Messiaen
zo goed weergeeft is dat Hemelvaart niet op zich staat. Zoals je geen enkel
feest rond Christus geďsoleerd kunt vieren. Die uitbundige viering met Kerst en
daarna het per feest verder terugzakken van de belangstelling getuigt niet van
veel inzicht in wat we werkelijk aan Jezus Christus hebben.
En zo ziet Messiaen ook terecht de Hemelvaart. Hij laat die opkomen
vanuit dat gebed, waarvan Johannes vertelt dat Jezus dat vlak voor al die diepgaande
gebeurtenissen heeft gebeden. Tafelgebed. Straks komt de nacht. Dan wordt Hij
verraden. Veroordeeld. Smadelijk gedood. Het kwaad
staat op uitbarsten. Het zou je maar gebeuren. En je zou je er maar zo bewust
van zijn, hoe afgrondelijk je in de diepte gestoten wordt. Dat is eerder
hellevaart. Mensen onder ons die door anderen in de steek zijn gelaten, vernederd, verstoten, kunnen het een beetje aanvoelen.
Maar daarachter heeft Jezus
volgehouden dat Hij geloofde in een Vader die de wereld niet verloren zou laten
gaan. Een Vader die achter de sluier van pijn en moeite en kwaad zijn Rijk al
voor ons klaar houdt. Hij heeft volgehouden dat de Vader dat Rijk van
heerlijkheid, het Rijk van de hemel openen zou.
Als ik in de wereld kijk,
gemeente, dan kan ik alleen maar die pijn beamen. Er zijn van die momenten dat
een ongekend heimwee, en een diep verlangen naar verlossing over je komt.
Vooral als je merkt dat ongerechtigheid en onwaarachtigheid zoveel kansen
krijgen en zoveel krachten onder de mensen hebben.
Dichtbij voel je dat soms.
Als mensen in je omgeving kiezen voor verraad. Kiezen voor het comfort van te
zwijgen. Kiezen voor het gemakkelijke van hun eigen hachje. En dan anderen in
de kou laten staan. Snijdend pijn kan dat doen. En vooral als je dan ziet dat
de pogingen om het goed te doen en een oprechte weg te gaan alleen maar
belachelijk schijnen.
Als je ziet dat in de wereld
zoveel ongelijkheid en zoveel onmacht is tegenover de structuren van kwaad. Een
voorbeeld daarvan: deze week hoorde ik in de auto op de radio dat je op dit
moment kunt speculeren door te beleggen in voedselproductie. Want overal komt
schaarste op. Dan word je dus rijk omdat je de schuur met de sleutel van je
belegging nog even dicht houdt, zodat de vraag en zeg maar: de nood voor velen
nog hoger wordt, en je voorraden dus nog meer opbrengen. Beleggen in
hongersnood, zogezegd. En de grote structuren van deze wereld zijn zo, dat het
ook daadwerkelijk gebeurt.
Het ongekende heimwee, het
pijnlijke verlangen naar overwinning over al wat de wereld tot een hel maakt.
Dat horen we in de bede van Jezus.
En bij Jezus is het dan ook
het tot het uiterste beproefde geloofsvertrouwen dat zijn strijd tegen het
kwaad, die nu op het hoogtepunt staat, niet tevergeefs zal zijn. Niet in
onmacht zal eindigen. Hoeveel macht Hij daarin juist ook verzaken moet. Maar
dat achter al die onmacht de glorie van de enige echte macht, namelijk de macht
van de liefde, de macht van het echte licht tevoorschijn zal komen.
En zo heeft Hij ook antwoord
gekregen. Zo is Hij ten hemel gevaren. Dat is maar niet een reisje dat zo
terloops in de agenda is geplaatst, en niet het plot van een goedkoop verhaal
waar je een goed eind aan moet breien, maar het is de uiteindelijke voltooiing
van het gevecht naar en om de liefde. Als Hij ten hemel vaart dan wil dat
zeggen dat Hij het totaal van de krachten van liefde heeft opengelegd. Dat Hij
zelf al de ruimte van de voltooide liefde binnentreedt. Dat de Vader de
coulissen al even opzij schuift en Hij als de kwartiermaker ons voor gaat.
Concreet: dat ons verlangen
en onze pijn, ons hopen en geloven, onze vertwijfeling soms en ons heimwee toch
niet tevergeefs zijn. Dat werkelijk het Rijk van ultieme vrede en herschepping,
van voltooide liefde en volmaaktheid open gaat. Want Jezus is al door die
barričres heen gegaan en heeft dat al voor ons opengelegd.
Verheerlijking betekent voor
Jezus dan niet dat Hij nu handenwrijvend aan de touwtjes van de macht kan
trekken, zoals dat in onze wereld zo vaak gebeurt, en dan ook zo vaak
corrumpeert.
Maar die verheerlijking
betekent dat Hij die afschuwelijke weg van doortocht door het kwaad niet voor
niets heeft gemaakt. Hij heeft de overkant behaald, en is daarmee een zeker
teken dat ook wij de overkant halen zullen.
Toen ik Hans vroeg om me iets
uit te leggen over l’ Ascencion
dat hij zal spelen, schreef hij: dat je als organist door de dissonanten moet
heen spelen richting de oplossing. Het is voor de organist voortdurend een
pijnlijke tocht, die per zin langer wordt. Maar ook steeds meer glorie en vreugde
tevoorschijn brengt. Beweging door de pijn van de dood heen naar het leven, de
liefde.
Volhouden, zeggen we daarom
vanmorgen ook tegen elkaar. Christus heeft zich door de verlatenheid heen gebeden
en door alle dissonanten van het kwaad heen heeft Hij de glorie bereikt. Het
Rijk van liefde. De hemel.
Volhouden dus, als je voor jezelf
het gevoel hebt dat er zoveel pijn zit. Als je heimwee soms te zwaar op je
drukt. Je verlangen naar vrede. Je er doorheen bidden. Niet in eigen kracht.
Maar in navolging van Jezus. Geďnspireerd door zijn volharding. Aangeraakt door
de genade die Hij daarin heeft getoond.
We moeten er tegen waken dat
we al met Jezus in de hemel willen zitten. Je kunt dat niet eerder dichterbij
trekken dan dat het echt voor ons open zal gaan. Maar in alle heimwee naar
voltooiing en naar het Rijk van God mogen we wel blijven geloven dat Jezus
Christus ons is voorgegaan.
Dat is niet iets vaags.
Concreet: het ultieme gevecht tegen het kwaad is door Jezus gewonnen. En als
zijn Vader Hem opwekt is de ongekende vreugde van dat gegeven de kroon. Daarmee
doorbreekt Jezus de begrensdheid van de wereld. Komt binnen in de hemel. Het is
de kroon op het werk. Het goede, de liefde heeft het gewonnen.
En zijn Geest, ons met
Pinksteren gegeven blijft voortdurend richting voor ons wijzen en bemoedigend
de kracht verlenen om het vol te houden. Daar moeten we het met Pinksteren over
hebben. Maar dan gaat het over het feit dat we ook zelf aangeraakt worden door
het goede. Vreugdevol. Jawel, nog steeds toch heel fragmentarisch. Maar toch.
Tot de wereld geheel gewonnen zal zijn.
Amen.