Lieve
gemeente,
Jozef
was moe naar bed gegaan.
Eigenlijk
had hij al een paar weken slecht geslapen. Onrustig. Want zijn leven was stuk.
Ze zouden binnenkort trouwen, Maria en hij. 13 jaar was ze. Een prachtig
meisje. Hij had geluk. Nee, het was geen liefde op het eerste gezicht. Ze was
aan hem uitgehuwelijkt. Hij had lang op zo’n gelegenheid gewacht, en was
zodoende aardig wat jaren ouder dan zij. Daarom was hij intens gelukkig. Een
geschenk van God. Ook in de manier waarop ze in het leven stond. Een vrouw die
met God leeft. Dat had hij altijd belangrijk gevonden.
Maar
wat er gebeurd was, was een ramp. Hij kon het zich eigenlijk ook niet
voorstellen. Maar het bleek wel waar te zijn. Ze was zwanger. Dat was hem nu
wel duidelijk. Maar onmogelijk dat het van hem was. Hij had gewacht om
gemeenschap met haar te hebben tot de dag van hun huwelijk. Gods wil in de
Thora. En samen waren ze het daar wel over eens geweest. Vergissing onmogelijk.
Dit was van een ander.
Maar
hoe kon dat dan? Jawel, ze was nog jong. Maar zo integer. Zo door en door
betrouwbaar en glashelder. Dit paste volstrekt niet bij haar.
Hoe
kon ze dit doen? Was het haar overkomen? Maar daar was ze toch de figuur niet
naar?
En
allerlei gevoelens hadden in hem huisgehouden. Teleurstelling. Heb ik me dan zo
in je vergist? Verwarring. Ben ik dan zo dom dat ik dat niet van haar had
gezien? Boosheid. Ik ben toch altijd oprecht tegenover haar geweest? Waarom
word ik zo behandeld?
Machteloosheid.
Wat moet je nu nog doen? Hopeloosheid. Wat heeft het nog voor zin allemaal, als
het mooiste en belangrijkste uit je leven aan gruzelementen wordt geslagen? Hoe
leef je nog verder?
God,
wat moet ik doen? Ik weet het niet meer.
Jawel,
had hij gedacht, nu moet ik dus ook de Thora van God volgen. Dat wist iedereen
wel, wat er gebeuren moest met iemand die ontrouw was, als ze was
uitgehuwelijkt. In de Thoralessen had hij wel geleerd dat het juridisch
hetzelfde was als wanneer je getrouwd was. Daar stond steniging op.
Dat
stond hem eigenlijk te doen. Haar buiten de stadspoort slepen. Nee, niemand
heeft hen op heterdaad betrapt. Niemand kan de eerste steen gooien. Maar hij
wel. Hij weet dat het waar is dat ze met een ander heeft geslapen. En als hij
de eerste steen gooit, volgen er wel meer.
Maar
doe je dat? Jawel, het huwelijkscontract is getekend door zijn aanstaande
schoonouders en hemzelf. Maar moet je zo je recht halen? Vergelding.
Hij
kan haar sparen, maar wel openlijk aan de schandpaal nagelen. Haar dumpen. Naar
de oudsten gaan in de poort en de zaak openbaar maken. En haar dan thuis
afleveren. Zou ze voortaan door het leven gaan als die ongetrouwde moeder.
Schande zou er van haar gesproken worden.
Maar
moet hij haar dat aandoen? Is het noodzakelijk dat ze een leven lang boeten
moet voor misschien maar één ongelukkig avontuurtje?
En
ja, dan is er nog dat verhaal, dat ze er bij vertelt. Aarzelend. Want eerst had
ze gezwegen. Alleen maar geknikt toen hij gevraagd had of ze zwanger was. Maar toen hij er op aan had gedrongen alles
te zeggen had ze dat merkwaardige verhaal verteld over een engel die aan haar
was verschenen en die haar had gezegd dat ze zwanger zou zijn door de heilige
Geest. Verwarrend. Het ene moment dacht hij: wat een nare smoes. Het heiligste
gebruiken om te liegen over je ontrouw. Dan werd hij heel boos. Maar het andere
moment sloop er iets bij hem binnen van: maar als dat nu eens waar is?
(tussen
haakjes, gemeente: zo’n Jozef zou in onze samenleving misschien toch wel bijna
een uitgestorven verschijnsel zijn. Geen samenwonen. Nauwe verbinding tussen
seksuele gemeenschap en huwelijk. Al te kieskeurig als het gaat om een mogelijk
slippertje, terwijl ze nog niet eens getrouwd zijn. – zou Jezus überhaupt nog
in deze tijd geboren kunnen worden? Wij vinden wat de Thora hier over
voorschrijft misschien wel een ouderwetse burgermoraal, waar toch niemand zich
aan kan houden. Maar is onze situatie te verkiezen? Zijn onze jongelui veel
beter af met de ongelofelijk veel grotere vrijheid op dit gebied? Is er nog
iemand die aan jongelui kan duidelijk maken wat het huwelijk betekent? Vragen in de marge van dit verhaal. Maar
misschien dat we er eens over kunnen denken.)
En
zo liep Jozef nu al twee, drie weken te tobben. Sliep hij niet meer. Lukte zijn
werk niet meer.Was het een grote puinhoop in zijn gedachten soms.
Maar
elke keer als de weegschaal de kant van de wraak uitsloeg, vergelding, het
letterlijke recht, schande of de dood voor Maria, dan kwam de gedacht
binnengeslopen: mag ik haar leven dan op die manier voor goed ruïneren? Ze
heeft het mijn leven gedaan. Maar wat wordt er van haar als ik het haar
vergeld?
En
langzaam rijpt de gedachte bij Jozef dat de weg van vergelding niet de weg van
God is. Misschien is er een betere weg. Misschien moet ik niet mijn boosheid en
teleurstelling de voorrang geven. Maar barmhartigheid.
En
zo ontstond het plan om zelf de verdenking van ontrouw op zich te laden. Dat
zou hij doen. Hij zou er vandoor gaan. Met de noorderzon vertrekken. Een brief
aan zijn aanstaande schoonouders. Een scheidbrief aan Maria’s vader.
Geachte vader van Maria. Ik zie af van een huwelijk met Maria. Om persoonlijke redenen wil ik hier weg. Ik hoop dat het U en Maria goed gaat.
Getekend en verzegeld, Jozef van Nazareth.
Dat
zou betekenen dat als de mensen merken dat hij er tussenuit is gegaan terwijl
Maria zwanger blijkt te zijn, de meeste schande over zijn naam uitgesproken zou
worden. Wat is dat voor een schandalige vent, zo je meisje zwanger in de steek
te laten. De mensen zouden heel anders naar Maria kijken.
Dat
noemt is nu rechtschapenheid. Niet een fundamentalistisch en streng handhaven
van de wettelijke regels, om zo je recht te halen. Geen oog om oog. Maar
zelfopoffering. Je naaste liefhebben als jezelf. Zo de Wet van God vervullen.
Vandaag
had hij de knoop doorgehakt. De brief geschreven. Morgen in alle vroegte zou
hij die bezorgen en er vandoor gaan. Het gaf hem rust. Hoe moeilijk het ook
was. Hoe teleurgesteld hij ook was.
En
zo, in alle vermoeidheid van alle getob, valt hij in slaap.
En
hij droomt.
Een
engel staat bij hem.
Jozef,
wat ben je van plan? Dit is niet nodig. Jozef, je hebt een prachtige vrouw. Ze
heeft je niet bedrogen. Ze is door een wonder zwanger. Natuurlijk zal geen mens
dat zomaar geloven. Maar er is iets van ongehoord heilige en hoge orde, dat met
haar is gebeurd. Jozef, het kind dat Maria draagt is verwekt door de heilige
Geest van God.
Je
moet toch met haar trouwen, Jozef. En je moet samen met haar deze
wonderbaarlijke weg gaan. En als dat kindje geboren wordt, dan moet je hem
Jezus noemen. Want dit is de bevrijder. De redder. De messias. Het kind van
Maria zal het volk bevrijden van de machten van het kwaad.
Wat
een droom. In het donker van de nacht staat Jozef op. Met een ongekende vreugde
van binnen verscheurt hij de brief, en legt zich te rusten, met een weldadige
rust. Het lijkt wel alsof dat heilige waarover de engel het had, en dat over
Maria was komen, ook van hem bezit neemt.
Dan,
als het dag wordt is zijn eerste gang naar Maria. Wat hebben ze gepraat. Uren
hebben ze gewandeld. Stil gezeten. Elkaar verteld wat een pijn ze hebben gehad.
Het wantrouwen uitgesproken. Van vreugde en van losgebarsten spanning gehuild.
En
ze hebben een gesprek gehad met Maria’s vader. Want Jozef wil nu zo snel
mogelijk echt trouwen, om Maria allerlei gepraat van de mensen te besparen. En
om haar volledig te beschermen en te helpen in deze omstandigheden, waar
anderen weinig van zullen snappen.
Het
is een ander huwelijk geworden dan Jozef zich had voorgesteld. Geen huwelijk
dat bezegeld wordt door de eerste huwelijksnacht. Daarvoor is de zwangerschap
van Maria te hoog en te heilig. Een huwelijk dat deze eerste maanden
voortdurend in het teken staat van die zwangerschap.
Verwondering
dat God zo hun beider verhouding had gered. Dat God kennelijk onmogelijke
dingen kan doen.
Samen
ervaren ze het als bevrijdend als er een boodschap komt dat ze om
administratieve redenen naar Bethlehem moeten. Bevrijdend omdat Nazareth dan
niet hoeft te tellen hoe het met die negen maanden zit. Bevrijdend, omdat
Bethlehem wel de meest direct verwijzing is naar hun voorvader David.
Het
is een lastige reis geweest. Het zijn erbarmelijke omstandigheden geweest,
waaronder de eerste weeën zich aandienden en het kindje ter wereld kwam.
Maar
daar heeft Matteüs de evangelist niet zoveel oog voor. Hij vindt de naam
belangrijker. Eigenlijk twee namen.
De
naam Jezus.
Jozef,
waarom noem je Hem Jezus?
Omdat
de engel het gezegd heeft.
Jezus:
Jahwe bevrijdt. Dat heeft Jozef ervaren in de omstandigheden waarin hij en
Maria terecht waren gekomen. Jezus komt ook door relatiecrises heen. Jezus
baant zich ook een weg door verwijdering tussen mensen heen.
Daar
begint de naam Jezus op te lichten. Kijk maar naar Jozef. Iets van Jezus wordt
in Jozef duidelijk in de manier waarop hij de crisis met Maria wilde oplossen.
Woede en wraak zouden meer voor de hand liggen. Eerwraak. Nee dat doen we niet
in de vorm die sommige medelanders uit andere culturen daar aan geven. Hard
geweld. Maar er zit wat een haat en zelfs roep om vergelding bij mensen die
bedrogen zijn. Bij mensen die hun geliefde afgepikt zagen. In relatieproblemen.
En zelfs de oudtestamentische Thora geeft nog vorm aan die wraakgevoelens. Maar
in Jozef zie je iets van een nieuwe houding. Een hoge vorm van
rechtvaardigheid. Dat je de ander spaart, ondanks het bedrog dat je meent waar
te nemen. Dat je niet vol wraak zit. Vol bitterheid. De edelmoedigheid van
Jozef is geen slapheid geweest. Maar grootheid. Liefde, in niet-romantische
maar in opofferende zin. En daarin zie je iets van de Geest van dat Kind waarom
het allemaal draaide. Jezus.
In
die zin is het Jahwe die bevrijdt van het kwaad. Jezus. Bevrijden van de zonde
is hier zo concreet mogelijk de cirkels van boosheid, vergelding, wraak doorbreken.
En een totaal nieuwe, van God komende houding aannemen.
En
daarom omvat die naam Jezus niet alleen het prive-probleem van Jozef en Maria,
en van Henk en Marjan, maar dit is precies wat Jezus in deze wereld brengt, om
de wereld te redden.
Matteüs,
waarom laat je op dit geboortekaartje ook de naam Immanuël drukken?
Immanuël.
God met ons. God in zijn ongekend grote liefde komt onder de mensen wonen.
Doorbreekt het kwaad, het geweld, de haat, de jaloezie, de vergelding. God met
ons.
Wat
een prachtig geboortekaartje.
Laten
we op kraamvisite gaan. Het Rijk van God zien, dat door dit Kind in de wereld
is gekomen. De ongekende goddelijke grootheid en vreugde daarvan tot ons door
laten dringen. Als een nieuwe mens naar huis gaan.
En
praat eens met Jozef en Maria als u of jij ook misschien wel onmogelijke
verhoudingen met mensen om u heen hebt. Zij kunnen er over meepraten. Ze kennen
de bevrijding.
Amen.