Maranathakerk,
Nieuwleusen. zondag 5 december
‘04
ds. Ph. van Wijk
Orde van dienst 2
Welkom
en mededelingen
Kaarsen
aansteken. Kaarsenlied: LB 1 : 2
Adventsproject
Stil
Gebed
Bemoediging
en groet
Zondagspsalm:
Psalm 72 : 1,4,6,7
Gebed
van verootmoediging / lied: Gezang 285 : 1
Verkondiging
van genade / lied: Gezang 285 : 3
Geboden
/ lied: Gezang 285 : 4
Gebed
om de Heilige Geest
Schriftlezing I: Jozua 2
Lied: Psalm 87 : 2,3
Schriftlezing
II: Matteüs 1 : 1-5a
Lied
(of acclamatie): Gezang 122 : 5
Verkondiging
Lied:
Gezang 119
Dankgebed
en voorbeden
Inzameling
van gaven en slotlied: Gezang 127 :
4-7
Heenzending
en zegen.
Broeders
en zusters,
Wij
hebben wel sympathie gekregen voor een vrouw als Rachab. Gewend als we zijn aan
de bijbelse verhalen. Het is bovendien ook nog een best aardig verhaal, over
die verspieders, die op zo’n handige manier verborgen worden en op een
spannende manier ontsnappen.
Maar
als ze in Nieuwleusen zou wonen, in een pand aan de rand van het dorp, op de
Viersprong of zo, of als in een café of restaurant aan de Lichtmis een
dergelijke lichtekooi afkomstig uit het dorp gastvrouw zou zijn, dan zouden wij
daar toch wel een beetje anders naar kijken dan naar onze nette buren. Bepaalde
gevoelens zouden we niet helemaal kunnen onderdrukken als ze bij de Plus of de
C1000 voor ons bij de kassa zou staan. Of bij het Kruidvat haar inkopen zou
doen.
Ieder
dorp en iedere stad heeft ze nodig, zulke randfiguren. Mensen met een afwijkend
gedrag. Niet helemaal als de anderen. Vreemd een beetje. Of vies een beetje. Of
verdacht een beetje.
Toen
vorig jaar opschudding ontstond omdat er vanaf de preekstoel over
dorpsschandalen was gesproken hebben mensen mij verhalen toevertrouwd over
schandalen van een vorige generatie. Sommigen hadden kennelijk de feiten
feilloos geregistreerd. Naam en toenaam van wie zich had te buiten gegaan aan
een kwetsbare vrouw.
Ja,
we hebben ze nodig. Dat klinkt gek. Maar we leven van schandalen. Veren op als
er weer eens iets pikants te vertellen valt.
We
hebben ze nodig, de randfiguren, die de verpersoonlijking zijn van die
schandaaltjes. Maar ook de prachtige afleidingsmanoeuvre van onze ondeugden.
We
hebben ze nodig, de hoeren en de tollenaars, die slechter zijn dan wij.
In
Jericho heeft Rachab ongetwijfeld ook zo’n soort positie gehad. Stevige stad.
Gesloten gemeenschap. Dikke muren er omheen. Iedereen kent zowat iedereen. En
in zo’n gesloten samenleving moeten de onderlinge botsingen en jaloezieën
tussen mensen en families, tussen groepen en groepjes, die overal zijn omdat we
allemaal de neiging hebben om onze verlangens van elkaar te leven en met elkaar
te vergelijken, worden afgewenteld op figuren die de schande dragen.
Hoe
komt zo’n vrouw er ook toe om
prostitué te worden? Je moet
toch wel een vies figuur zijn, een slet, een lellebel, om dat te doen? Je moet
toch wel een ziekelijke neiging hebben om mannen zo aan je rok te hangen?
En
zo met zo’n hoer aan de rand van de stad op de muur, zo’n handige afleiding
voor je onderlinge ongenoegen, kun je het leven van een gesloten samenleving
een beetje handhaven.
De
lust wordt bevredigd. Daar is ze voor. Krijg je geen ruzie met je naaste over
zijn vrouw naar wie je eigenlijk bronstig verlangt.
Maar
Jezus schaamt zich niet om kind van deze hoer te zijn.
Waarom
niet?
God
geneert zich niet om voor zijn Zoon zo’n moeder uit te kiezen. Waarom niet?
Jezus
geneert zich nooit om met hoeren en tollenaren, vreemde of verachte snuiters,
om te gaan. Waarom niet?
Omdat
God weet heeft van de achterliggende mechanismen waarom zulke mensen vreemd en
veracht zijn geworden. God weet wel dat ze veeleer slachtoffer en gevangene van
hun situatie zijn, dan brute dader van onrecht. Hij weet van gedeukte
eigenwaarde en van minderwaardigheidsgevoelens. Hij weet ook van het
schijnheilige burgerfatsoen, waarachter jaloezie en rivaliteit en concurrentie
en gemeenheid schuil gaan.
God
weet waarom Rachab op de muur woont. Op de grens van uitgestoten te zijn.
En
daar ligt een van de diepe trekken van de liefde van God. Dat Hij weet wie
schuldig en onschuldig is. Dat Hij weet wat
ten onrechte veracht is. Hij doorgrondt de mensen die anderen verachten.
En Hij doorgrondt mensen die door anderen veracht worden, en neemt het voor hen
op.
En
als je daar dieper over doordenkt, ga je ook een beetje in de gaten krijgen,
waarom de inwoners van Jericho opgesloten zaten, niet alleen achter hun dikke
muren, maar ook achter de muren van angst.
Rachab
heeft kennelijk iets gezien van het bevrijdende van Gods handelen. Dat God het
voor dit kleine volk dat daar door de woestijn is komen dwalen opneemt. Dat Hij
bevrijdend heeft gehandeld door het voor dit uit Egypte uitgestoten volk op te
nemen. Iets van de grootheid van God, waarvoor je niet alleen bang kunt worden,
maar waardoor je ook vol ontzag hoop kunt krijgen. Rachab had niets te
verliezen in Jericho. Dat wist ze ook wel. Het enige wat ze had te verliezen
was haar slechte naam. Maar ze doorzag kennelijk misschien bewust of anders
voelde ze het intuïtief aan, dat deze God een enorme vrijheid en ruimte kent.
Deze God is waarlijk groot.
Dat
Hij geen gesloten gemeenschappen achter dikke muren wil hebben, waar je
uitsluitingsmechanismen in stand houdt, om zo de onderlinge spanningen en
schandaaltjes en jaloezieën en ruzies mee af
te leiden. Maar dat Hij een God is die de mens bevrijdt uit die
gevangenis.
Dat
Hij een God is van een nieuw volk, dat leeft in een nieuwe gemeenschap. Een
gemeenschap waar de schandaaltjes een einde vinden, omdat de onderlinge
verhoudingen zijn uitgezuiverd. Doortrokken zijn van liefde. Dat was de roeping
van Israël. En ook al lijkt het dat Rachab met name geïmponeerd is door de
machtsdaden die God deed, ik heb een ernstig vermoeden dat Rachab ook heeft
aangevoeld en geloofd dat hier bij dit volk ruimte was om te leven.
En
zo wordt het ook in Jozua 6 gezegd. Na de val van de muren van Jericho wordt
Rachab en haar familie ruimte gegund om
onder het volk te leven. En dat is meer dan alleen maar een plekje dat ze door
hard inburgeren met heel veel gratie heeft gekregen. Een werkelijk opgenomen
worden in de gemeenschap.
En
deze verwachting van ruimte en liefde maakt haar moeder van Jezus, zou je
kunnen zeggen. Dat is wat ze aandraagt in dit geslachtsregister. Al heel vroeg
heeft ze iets gerealiseerd van het geloof in wat Jezus later ten volle zal
manifesteren. De liefde van God.
Een
gemeenschap als Jericho was bang. Ongehoord bang. Dat klopt natuurlijk wel. Als
je opgesloten zit in de verhoudingen van een gesloten gemeenschap waar alle
onderlinge rivaliteiten voortdurend op een bepaalde manier moeten worden
weggestopt, dan ligt de angst op de loer.
Gemeenschappen
die dikke muren optrekken en hun onderlinge verhoudingen minutieus regelen doen
dat uit angst.
Dat
regelen doen ze uit angst voor onderlinge spanningen en ruzies. Een gemeenschap
als Staphorst heeft nog sterke resten uit een tijd van heel zware geslotenheid,
waar de onderlinge verhoudingen exact bepaald waren. Waar klederdracht zelfs
tot in de puntjes was geregeld om de onderlinge verhoudingen vrij van
spanningen te houden. Maar onderhuids zat het vol spanning. En daarbij werden
dan dikke muren opgetrokken. Figuurlijk. Angst voor de buitenwereld.
Maar
in verzwakte vorm vind je dat overal terug. Ook in onze dorpen. Tussen Noord en
Zuid. De winkeliers van Zuid mogen niet meer gunsten krijgen dan die van Noord.
Handige politieke zet van die Rabobank, om er tussenin te bouwen.
Ook
in de kerkelijke gemeenschap. Tot in de puntjes moet er voor gezorgd worden dat
niet de ene wijk boven de andere of de ene dominee boven de andere bevoordeeld
wordt, zo heb ik het in mijn intreepreek al gezegd.
Maar
daar waar God werkelijk bevrijdend doorbreekt, daar hoeft geen angst meer te
zijn. Daar heerst liefde en liefde drijft alle angst uit. Brengt tot openheid.
Dat
is het wat Jezus zelf is komen brengen. Waartegen de leiders van het volk te
hoop lopen. De open, bevrijdende, liefdevolle houding van Jezus. Een geheel
nieuwe gemeenschap. Een volk van priesters.
Zij
voelen iets aan van de macht van liefde die zo groot is, en daarom hebben ze
zich uit angst tot in het absurde verzet tegen Jezus. Hem vermoord.
En
tegelijk: daar waar mensen door zijn liefde worden aangeraakt, daar breken ze
door angst heen in vrijheid. Daarom hoort Rachab thuis in de stamboom van
Jezus. Symbool van geloof, van vrijheid, van bevrijding, van ware gastvrijheid,
van hoop en toekomst.
Iets
van al die trekken zie je ook in heel onze samenleving. Opeens blijkt er heel
veel angst onder de mensen te zitten. Die samenleving die zo rustig en vredig
leek te zijn, blijkt onder dat flinterdunne laagje vol te zitten van spanning
die tot geweld leidt en tot angst leidt.
In
een samenleving als de onze houden kunnen we heel veel onderlinge spanningen en
rivaliteiten en jaloersheden verbergen doordat we ons zoveel leuke dingen
kunnen veroorloven. Maar sluimerend is het gevoel toegenomen dat het allemaal
zo zeker niet meer is. En als er dan iets gebeurt in die ingewikkelde
verhouding tussen die godsdienst van de vrijheid waar Theo van Gogh een
belijder van was en de godsdienst van de starheid die fundamentalisten belijden,
dan wordt opeens iedereen bang. Bang dat onze gewaande zekerheden en
aardigheden ons uit de hand geslagen zullen worden. Dat het systeem het niet
houdt. Zoals de inwoners van Jericho opeens hun hart voelden smelten van angst.
Maar
wie iets ziet van de komst en doorbraak van het Rijk van God in Jezus Christus,
dat bezig is in deze wereld te komen, hoeft niet bang meer te zijn, maar krijgt
met Rachab juist hoop op een nieuwe en andere wereld. Een ander samenleven.
Hoop op vrede op aarde. Doortrokken van de grootheid van God en zijn liefde.
Angst
zie ik ook bij de politici van de VVD en D66 die zich ontpoppen als mensen die
opgesloten zitten in hun burcht van anti-godsdienstige gevoelens en
schijnvrijheid van liberalisme. Opeens moet al wat religie is het ontgelden.
Ook de christelijke religie. Omdat men ten diepste de vrijheid die in Christus
is niet kent.
Wat
ons vanmorgen in de naam van Rachab en Jezus verkondigd wordt is het tegendeel
van angst. Het is de Adventsboodschap dat door de woestijn van de tijd heen het
Rijk van God nu aan de grenzen van onze wereld staat om bevrijding te brengen.
Ware vrijheid. Redding uit de beknelling van menselijke verhoudingen die elkaar
ten diepste altijd benijden. Zonde en schuld. Vrijheid in het Rijk van
Christus, waar de liefde ons allen vrij maakt. En omdat wij die hoop hebben
zijn we moedig als Rachab. En bewaren we het rode koord van de hoop, om het op
de grote dag bevrijdend uit te hangen.
Amen.