Dorpskerk Barendrecht, ds. Ph. van Wijk
zondag 13 januari 2008, 1ste zondag na Epifanie, De Doop van de Heer.
tevens viering van de heilige Doop van Lieke Johanna Eliza den Boef
Matteüs 3, 13-17
Gemeente,
Als ik in een doopgesprek aan ouders vraag waarom ze hun
kindje willen laten dopen, dan antwoorden ze bijna steevast dat ze het christelijk geloof en de daarbij behorende normen en waarden
aan hun kind willen doorgeven. Maar daar heb je de doop niet voor nodig, zeg ik
dan op mijn beurt. Als je dat al aan de buitenwereld wilt laten zien, kan dat
ook door je kind in de kerk te brengen en daar te volstaan met het afleggen van
een gelofte.
Waarom het ritueel van water, van dopen? Als je wat kritisch
blijft doorvragen komen ze dan meestal wel met een term als: ‘afwassing van
zonden’. Soms noemen ze het begrip ‘erfzonde’. Maar of ze dat nu zelf geloven
…? Nee, al pratend zijn ze het er wel over eens dat het engeltjes zijn, deze
lieve kindertjes. Onschuldig. Dus ja, wat moet je dan?
Kun je aan moderne jonge ouders anno 2008 nog vertellen dat
het inderdaad wel iets met elkaar te maken heeft: doop en kwaad en hun lieve,
onschuldige baby?
Ik probeer dat altijd met een voor mij niet mis te verstaan
voorbeeld.
Als die kleine straks drie, vier
jaar is, en ze heeft twee vriendinnetjes te spelen, zet die drie dan eens in
een kamer, waar je ook drie gelijkwaardige maar wel verschillende dingen om mee
te spelen neerlegt. Zeg tegen ze dat je een poosje weggaat en dat ze lief
moeten spelen. Wat gebeurt er?
Alle ouders die ik met deze vraag geconfronteerd heb, hebben
zo ongeveer hetzelfde antwoord gegeven. Dat loopt niet goed af. Je hebt nog
maar net je hielen gelicht of de eerste bewegingen leiden al tot problemen. Eén
van de kinderen hoeft maar naar één van de drie stukken speelgoed te kijken, of
een tweede roept al: “daar wil ik mee spelen”!
Hoe komt dat? Toeval? Welnee! Die tweede merkt onmiddellijk
het verlangen van het eerste kind. En het steekt de derde ook aan.
Omdat die andere twee er ook mee willen spelen, en dat ook
tonen, wekt dat bij de eerste de begeerte nog sterker op. “Nee, ik was eerst”.
Die andere twee hebben de eerste eigenlijk verteld dat wat hij of zij wilde,
eigenlijk heel begerenswaardig is. Versterkt dus behoorlijk het verlangen van
die eerste. En binnen luttele momenten wordt er geschreeuwd. Aan de haren
getrokken, geslagen en gehuild. Zo fel is het geweld heel even, dat ze elkaar
iets vreselijks zouden aandoen, als ze de krachten zouden hebben. Gelukkig is
het ook zo weer vergeten.
En eigenlijk gemeente, hoef je dan niet veel meer te zeggen.
De aanleg tot geweld zit diep in ons. Omdat de aanleg om elkaars
verlangens en aan te voelen en het geluk van de ander te willen hebben diep in
ons zit. En dat is niet iets wat hier en daar als een incident bij het groter
worden naar voren komt. Wetenschappers hebben in de afgelopen jaren in de
experimentele psychologie ontdekt dat er vanaf de eerste dagen van een baby
juist op dat gebied van het aanvoelen van de ander een enorm gedeelte van de
hersenactiviteiten in beslag wordt genomen. Spiegelneuronen noemen ze dat. Neuronen
in de hersenen die spiegelen wat anderen voelen, willen.
En juist dat bergt die aanleg in zich om elkaar ook in de
weg te zitten. Om elkaar tot rivalen te zijn, zoals die drie kleuters. Met geweld
als direct om de hoek loerend gevolg.
Precies dat verhaal vertelt ons de Bijbel. U weet dat wel.
Twee broers, waarvan de een de ander de hersens in
slaat. Eén van de eerste verhalen. En niet alleen de Bijbel. Alle mythen van de
volken vertellen over geweld. Ook nogal eens over broers die elkaar doden.
Geweld bij de bron van het samenleven van mensen.
Je hoeft niet op oude gereformeerde wijze aan een verstard
dogma van de erfzonde met allerlei abstracte sombere ideeën daarachter te
denken. Elke realistische opvoeder weet hoe het zit.
Mijn vrouw en ik hebben de afgelopen twee weken persoonlijk
erg betrokken en ook met verbijstering en zorg de ontwikkelingen in Kenia
gevolgd. We hebben als gezin enkele jarenin Eldoret gewoond, waar nu de kerk met vrouwen en kinderen
verbrand werd. Ik heb precies een jaar geleden, op 12 januari, indrukwekkende
dingen meegemaakt toen ik preekte over de krachten van het geweld in
zondebokprocessen, in een dorpje waar voornamelijk Kikuyu’s
wonen. Het is nu platgebrand vanwege een collectief zondebokproces. De mensen
die toen onder mijn gehoor zaten, zijn gevlucht en al hun bezittingen kwijt.
Maar als één ding diep verankerd is in mijn overtuiging,
gemeente, dan is het dat dat verhaal van Kenia ten
diepste niet anders is dan dat van die drie kleuters uit ons voorbeeld.
En precies daarover gaat eigenlijk heel de Bijbel. Over de realiteit van ons samenleven, als een realiteit waar mensen
elkaar zo ongelofelijk snel in de weg zitten. Het is wel eens een
verwijt aan de Bijbel: dat er zoveel geweld in voorkomt. Dat komt omdat het zo’n uiterst realistisch boek is.
Maar ook over de weg daaruit! We zijn nog maar net weg bij
Kerst, waar die bijzondere baby geboren wordt. En zijn geboortelied door de
engelen gezongen. Ah, ja! ook daar kom ik het al
tegen. ‘Vrede op aarde’. Lied van licht tegen de duistere nacht van geweld op
aarde. Jezus’ komst in de wereld is er vanwege het geweld, dat alle mensen in
de greep heeft.
En daarom, als we de baby- en kindverhalen van Jezus voorbij
zijn, en het moet allemaal echt gaan blijken, dan is dit Doopverhaal één grote
duiding van de betekenis van Jezus voor de mensen en de menselijke
verhoudingen.
Eerst tussen die twee.
Johannes de Doper en Jezus. Johannes denkt in posities.
Jezus de goeroe en ik de leerling. Jezus groot en ik klein. U moet mij dopen,
in plaats van ik U. Vergelijk. En hoe gemakkelijk zou
dat, ondanks alle nederigheid die er in klinkt, ook diep verborgen iets in zich
kunnen hebben van het nabootsend verlangen. Was ik ook
maar zo groot!
Zo niet bij Jezus. Jezus wist wel
dat Johannes in zekere zin gelijk had. En toch kiest Hij de weg om op geen
enkele wijze een positie te hebben, die boven anderen uitsteekt. Hij neemt
afstand van alle oneigenlijke aanbidding. We laten ons zo graag aanbidden omdat
daarmee het verlangen van anderen om even belangrijk te zijn als wij ons eigen
ego oppoetst. We worden wat graag bewonderd. Zo niet bij Jezus. Dat Hij zich
laat dopen is de grootste daad van zuiverheid. Zo zijn de menselijke
verhoudingen bedoeld. Dat is echte rechtvaardigheid. Daar is de mens God.
En daarom die prachtige gebeurtenis als Hij uit het water
opkomt.
Dat de hemel open gaat. Bijna zou je zeggen: dat de hemel op
aarde komt.
En dat er dan die drie zijn. De Vader en de Zoon en de
Geest.
Deze mens, die zo zuiver is in zijn menselijke verhoudingen,
waar geen enkel spoor is van rivaliseren of positioneren, die mens is God op
aarde. Dit is mijn Zoon, klinkt de stem van God. Van de Vader. En die twee
hebben precies hetzelfde. Geen wringen en zoeken naar een moeizaam evenwicht.
Geen diep verborgen jaloersheden, geen botsende verlangens. Maar een volkomen
eenduidige liefde voor elkaar, zonder enige bijbedoeling. Zonder enige
dubbelheid of gelaagdheid. En die heen en weer gaande zuivere enkelvoudige liefde,
dat is de Geest. Dat is die duif die op Jezus neerdaalt. Ongekend. God op
aarde. Vrede op aarde.
Dat is Epifanie. Licht van God dat
in een mens op aarde straalt. Mens op aarde te zijn tot in de uiterste
consequenties van de liefde.
Jezus is een mens, zei professor Cees den Heijer afgelopen week
bij ons op bezoek. En daar heeft hij volkomen gelijk aan. Maar geen God,
bedoelde hij. Dat wisten we al dat hij zo dacht. Maar beste professor Cees, zie nou eens even de ongekende schittering van
zuiverheid en liefde in Jezus. Dan durf je gerust te zeggen dat Hij ook God is.
Maar laat ik liever bij de les hier blijven. Bij Lieke.
Jawel. Natuurlijk. Opeens beginnen we het een beetje te
zien. Die drie. Jazeker, het is maar niet een bezweringsformule. In de Naam van
de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Het is een verbinden van die ongekende
zuiverheid van liefde van die Drie-enige met ons. Ons geschonden bestaan wordt
opeens in het licht gezet. Lieke jij wordt ook die
kleuter die desnoods je vriendinnetje de haren uittrekt vanwege die spiegelende
verlangens die jaloezie en rivaliteit oproepen. Want we voeren geen neurobiologische therapie uit waardoor je spiegelneuronen
anders gaan werken. Maar die oerneiging tot geweld heeft een diepe tegenhanger
gekregen in een hemelse roeping tot vrede. Je naam in de Doop verbonden aan de
namen van de Drie-enige, dus aan de beweging van de liefde.
Zeg beste ouders, (en natuurlijk snappen we dat we allemaal
bedoeld zijn): wat een prachtige taak, om de vrede en de liefde van de
Drie-enige in het mensenbestaan van Lieke binnen te
brengen.
Elk mens is geroepen tot deze vrede. Wat een potentie, wat
een mogelijkheid voor het Rijk van vrede en liefde.
Amen.