Dorpskerk Barendrecht,  ds. Ph. van Wijk

Zondag 1 maart 2009, Invocabit

Genesis 9, 8-17  / 1 Petrus 3,18-22  / Marcus 1,12-15

 

Lieve gemeente,

 

Ludwig von Beethoven komt er straks in het concert niet aan te pas, maar de piano en Beethoven hebben wel wat met elkaar. Het pianobankje is naar hem genoemd. Een van zijn bekende symfonieën is de negende, waaraan we een beetje ons Europees volkslied te danken hebben:

“Alle Menschen werden Brüder”, alle mensen worden broeders, uit het slotkoraal. Het heeft de Europese leiders kennelijk geïnspireerd. Eén groot Europa, wat is er groter ideaal denkbaar dan dat daarin alle mensen broeders en zusters geworden zijn.

Maar ideaal en werkelijkheid staan wel erg ver van elkaar af. En is dat ideaal ooit bereikbaar?

 

De mensenmassa laat zich wel verenigen. Maar het Bijbelverhaal over Noach, waarvan we vanmorgen uit de epiloog gelezen hebben, laat zien dat de mensheid kennelijk de neiging heeft om samen te klonteren in geweld. Zo begint dat verhaal een paar hoofdstukken eerder. De aarde was vol onrecht. Eigenlijk één kolkende zee van onrecht en geweld, zou je kunnen zeggen. En uit die zondvloed waarin de mensheid aan het verdrinken is, wordt die ene met zijn familie gered. Noach. Door de massa veracht, bespot, uitgesloten. Maar hij bouwt aan zijn redding.

En als dan de mensheid in al dat geweld en onrecht verdronken is, mag die ene met zijn familie een nieuwe wereld binnentreden. Een wereld waaruit het geweld en het onrecht is verdwenen. Een nieuwe mensengemeenschap.

Tegelijk zit er iets in dat laatste stuk van het Noach-verhaal dat uitdrukt dat het niet meer van ons mensen vandaan zal komen. Echte redding voor de aarde komt van boven. God sluit een verbond. God zet zijn boog aan de hemel. Geen strijdboog die symbool staat voor de oorlog en het oneindige geweld. Maar de diepste eenheid. Het ene witte licht. Dat zich ontvouwt in het kleurenspectrum van alle verschillen die er onder de mensen te vinden zijn. Die ongekende veelkleurigheid is samengevoegd toch een prachtige eenheid. Het ene witte licht.

Dat is niet iets dat politiek en economisch te verwezenlijken valt. Dat is niet iets wat in onze menselijke potentie nog mogelijk zal zijn. Onze menselijke eenheid blijkt vaak de eenheid te zijn van de massa die de ene uitwerpt en dus die samenklontering van geweld is, waarin we allen elkaar navolgen. Nee, het is een van God gegeven genade. Een boog aan de hemel. Gods overwinnende liefde.

 

Zo ziet ook Petrus het in zijn brief. Geschreven aan mensen die eigenlijk in dezelfde positie zitten als Noach. Gepest. Uitgesloten uit de samenleving. Vervolgd. De massa heeft een eensluidend oordeel over hen: weg met hen.

Maar, zegt Petrus, we worden gedoopt in nieuwe liefde. We worden gered. Want er is er Eén voorgegaan, dwars door die zondvloed van alle onrecht heen. Er is er Eén, die meer nog dan wie ook, door een samengeklonterde, gewelddadige mensenmassa is uitgeworpen. Die de zondvloed van onrecht op zich aan zag stormen. Jezus Christus. De satanische massa die Hij heeft verduurd. Waardoor Hij is vermoord. Maar Hij heeft zich niet laten verdrinken in dat onrecht. Hij is in die zin niet één met de massa geworden. Totaal alleen heeft Hij de liefde gehandhaafd. Hij is daarmee de overwinnaar pur sang geworden. En in die liefde worden wij gedoopt. In je doop word je losgemaakt van de massa. En van alle onrecht en geweld. De massa vormt een grauwe zee van eenheid. Omdat roddel en haat en geweld heel aanstekelijk zijn. Iedereen laat er zich in meeslepen. Maar in je doop treed je een nieuwe wereld binnen, waarin je niet meer bij de massa hoort. Een gemeenschap van liefde. En die gemeenschap van liefde wortelt in Hem die in zijn overwinning nu in de hemel is binnengegaan. Aan Gods rechterhand zit. Zoals Psalm 91 dat uitdrukt: gered uit de machten van het kwaad is Hij tot ere gebracht. De machten van het kwaad moesten het afleggen. Hij zet de boog van liefde aan de hemel.

 

En dat vertelt dan ook het evangelieverhaal op deze zondag Invocabit. Jezus wordt door de Geest de woestijn in gedreven. In het Grieks staat er dat Hij uitgeworpen wordt in de woestijn. Marcus gebruikt bewust de taal van Exodus. Van het volk dat door de Egyptenaren uitgeworpen wordt. Weg jullie, onheilbrengers. De woestijn in gedreven. Zoals dit volk zo vaak is beschouwd als bron van ellende. Zo werkt dat. Vooral als het niet goed gaat moet iemand de schuld hebben.

De Geest wil Jezus duidelijk maken dat zo zijn weg zal zijn. Verlaten. In Leviticus wordt beschreven hoe de zondebok alle ellende, alle kwaad van de mensen op zijn kop krijgt, en dan door iemand de woestijn in geleid, gedreven wordt.  In de ‘desert’. Het Engels heeft het woord voor de woestijn van het woord voor verlaten zijn. ‘Deserted’. Jezus zal aan het kwaad van alle mensen in eenzaamheid bezwijken. Hij krijgt van iedereen de schuld. Zoals het Joodse volk dat zo vaak kreeg.

 

Tegelijkertijd zien we dat Hij daar in de wildernis met de wilde beesten is. En dat de engelen Hem dienen. Marcus roept in die paar korte woorden nog een ander beeld op. Dat van het begin van de mensheid. Waar Adam was. Alleen met de dieren. En waar de verzoeking kwam. Jezus gaat de weg van de mensheid opnieuw. Doet die over. Jezus gaat nog een keer door dat oerbegin heen.

We kennen dat Genesis-verhaal, waarin de mens in de verzoeking niet staande blijft. Verlangen om als God te zijn. Jezus is zojuist gedoopt. Een stem uit de Hemel. “Deze is mijn geliefde Zoon”. Omdat Jezus een weg van enorme nederigheid ging. Het beeld van een Messias vol majesteit wordt volkomen gecorrigeerd. Maar dat nu vol te houden. De grote verzoeking is dat wij geluk willen afscheppen, imiteren van iemand anders. Zijn positie, zijn bezit, zijn aanzien.

 En daar begint de ellende. Daar wordt de mens een rivaal van God.  En daar worden mensen ook elkaars tegenpolen. Adam en Eva. Die elkaar in de weg zitten. ‘Die vrouw die U mij gegeven hebt, die is de boosdoener’.

En ook in het vervolgverhaal. Hun tweeling. Kaïn en Abel. Broedermoord.

Gisteren zag ik de film ‘Thirteen’, waarin een dertienjarig meisje haar onschuld en kind-zijn kwijtraakt. In de ban raakt van een meisje op school dat door alle jongens als ‘een knap stuk’ wordt bewonderd. Ze wordt het spiegelbeeld van dat meisje, dat haar vriendin wordt, en dat ze in alles imiteert. Maar dat aan het eind als het spel in elkaar stort alleen maar een rivaal blijkt te zijn.

Dat is de verzoeking van de mensen geweest, en nog. Daar zijn we aan bezweken. Daar bezwijken we aan. Aan de schijn. Dat is Satan. En dat brengt tot al wat er aan gebrokenheid en strijd onder de mensen is.

 

Jezus heeft volgehouden om niet bij de verleidende schijn te willen leven. De oerbron waaruit Hij wilde blijven putten was de schitterende liefde en de wederkerigheid, die bij zijn doop al geschenen had.

De engelen dienen Hem. Er staat: de boodschappers. Hij weet zich ondanks de ’desert’ verbonden met het Rijk van echte liefde. En dan kan Hij ook zijn boodschap onder de mensen brengen. Bekeer je. Het Rijk van God, het Rijk van de hemel is nabij gekomen.

De weg naar ‘Alle Menschen werden Brüder’ wil Hij openleggen. Al wat er aan geweld ten grondslag ligt maakt Hij duidelijk.

 

Wij raken in de schijn verstrikt. Telkens weer. Europa wil ons doen geloven dat geluk ligt in een glanzende economie. Koop steeds meer. Ook als de crisis toeslaat. Alsjeblieft, zo smeken ons de regeringen, blijf kopen. En dat hoeven ze ons eigenlijk niet voor te houden. We kopen omdat we verlangens van anderen imiteren. Ons huis staat vol met dingen die ons uiteindelijk geen bevrediging geven, omdat we het verlangen dat er bij hoorde eigenlijk van onze vrienden hadden geleend.

Maar een Europa dat zo zijn bijna religieuze volkslied zingt van de eenheid van broeders en zusters, creëert alleen een massa, die als het echt dun gaat worden, enorm veel strijd en geweld kan opleveren.

Het kon niet op in de jaren twintig. Maar Europa verviel in de bitterste oorlog die je je bedenken kunt. Een westerse wereld die gebouwd is op een orkaan van gekopieerde begeerten zal dezelfde weg gaan. De leegte zal ons tot een kolkende massa maken, die gewelddadig zijn uitweg zal zoeken. Tegen welke groep ook. Zoals eertijds tegen Jezus. Aan het kruis. Zoals Hitler tegen de Joden en de Zigeuners. Ook wij zullen onze zondebokken weten te vinden.

 

Maar daartegen maakt onze doop ons mensen van een andere wereld. Een nieuwe wereld. Door de overwinning van Jezus Christus. Een ware gemeenschap. Die leeft onder de regenboog. Alle kleuren die gebundeld het ware licht vormen. Genade die zich realiseert in liefde.

De boodschap van de weg van Jezus blijft actueel. En alleen langs de weg van bekering waarin we loskomen van alle schijn zal het Rijk van God, de nieuwe gemeenschap zonder geweld, kunnen doorbreken. Laten we daarin volharden. Ook al moeten we dan nu wel eens alleen komen staan.

Amen.