Nieuwleusen, Maranathakerk, zondag 4 februari 2007

Predikant: ds. Ph. van Wijk

Orde van dienst 1, medewerking van de cantorij.

 

Stil gebed, Bemoediging en groet

Drempelgebed

Psalm van de zondag: Psalm 95 : 1(g) 2 cantorij 3 (g)  (met initium)

Smeekgebed, Kyrie en Gloria: Gez.  399 : 1,3,6

Gebed om de Heilige Geest

Schriftlezing I: Jesaja 6 : 1-8  antwoordpsalm:  Psalm 138 : 1

Schriftlezing II: Lucas 5 : 1-11  Lied: Gezang 313 : 1,2,4,7

Woord tot de kinderen

Verkondiging

Lied:  Gezang 163 (1-4 c, 5 g)

Gebeden

Collecten

Slotlied: Gezang 312

Heenzending en zegen, met  Tussentijds 116 (gemeente zingt herhaling)

 

 

Lieve gemeente,

 

Aan de leiding van de kindernevendienst vroeg ik maandagavond wat ze denken van de toekomst van de kerk. Gewoon concreet, hier in Nieuwleusen: hoe ziet het er over vijftien tot twintig jaar uit? Ze dachten dat het aantal kerkgangers wel verder gedaald zou zijn. En een kerkgebouw gesloten. We boeren immers al een poos achteruit. We gaan nu binnen vijf jaar al van gezamenlijk vier predikanten naar gezamenlijk drie predikanten. En misschien worden het er dan wel tweeëneenhalf of twee.

 

We hebben allemaal de neiging om in die krimp te geloven. Jawel, er zijn wel gemeenten die groeien. Nog maar kort geleden deden de jeugdkerken, in Zwolle bijvoorbeeld, het goed. Sommige evangelische gemeenten groeien. Enkele daarvan zelfs als kool. Maar op de keper beschouwd is het alleen wat heen en weer geschuif binnen de kerken. De jeugdkerken zijn al weer op zijn retour. Het was een hype, schrijft Trouw. En de jongelui die er heen gingen kwamen uit andere kerken. Niet van buiten. Overal in het land rijzen Alphacursussen als paddestoelen uit de grond. Bedoeld om mensen van buiten de kerken met de grondbeginselen van het christelijk geloof vertrouwd te maken. Maar ze worden grotendeels bevolkt door kerkvolk.

 

En het spoort ook met onze ervaring, als we in de kerk aan het werk zijn.

Hier en daar zie je wel eens iemand terugkomen in de kerk. Maar veel vaker kom je tot de constatering dat er mensen verdwenen zijn. Ongemerkt. Kwamen vroeger nog wel in de kerk. Maar op een gegeven moment realiseer je je: ik zie ze eigenlijk nooit meer. Stilletjes verdwenen.

En ook die andere ervaring. Dat je het gevoel hebt dat steeds minder mensen het werk gaan doen. Het is fijn dat er vandaag weer op de zondagsbrief staat dat er een jeugdouderling is benoemd. Maar ze is niet de eerste. In Zuid hebben we het aantal ouderlingen met de helft teruggebracht. En nog is de helft daarvan niet bezet.

Sommigen mensen leveren een geweldige inspanning. Je ziet ze overal weer opduiken. Maar waarom vaak dezelfde namen en gezichten? En wat levert het op? Dat vermoeide gevoel soms. Altijd maar weer bezig. En toch boeren we langzaam achteruit.

 

Eigenlijk doe ik nu niet anders dan invullen wat we in het verhaal van de wonderbaarlijke visvangst lezen. We hebben, zegt Petrus tegen Jezus, die hem vraagt naar dieper water af te steken en nog eens de netten uit te gooien, heel de nacht gevist. We zijn moe thuisgekomen. Niks gevangen.

Ja, zo is dat een beetje in de kerk. ik heb de hele nacht gevist, maar niks gevangen. Natuurlijk zijn er wel wat mensen die wat aan het geloof hebben. En je hebt soms in het pastoraat wel heel waardevolle gesprekken. Maar de grote massa: daar gaat het toch steeds meer aan voorbij.

En moet ik dan alleen maar met de zorg en twijfel leven of het voor mijn kleinkinderen nog relevant is om te geloven? Dat het hooguit een lot uit de loterij is als zij er nog wat aan zullen doen?

 

Toch heeft dit gedeelte een volstrekt positieve insteek. Jezus weet van de soms vruchteloze realiteit. Maar juist in die wat matte en dorre situatie klinkt er een ongekend uitdagende en uitnodigende roep om te geloven en te werken. Het teken van die ongekende visvangst.

 

Zou het waar kunnen zijn dat het evangelie in plaats van minder werkzaam juist gaat doorbreken? Zou het kunnen zijn dat de krachten van het Rijk van God ongedacht open komen? Dat in plaats van allerlei energie die gestoken wordt in allerlei belangenstrijd en eindeloos vergaderen, de lucht zou opklaren, en er een zekere honger gaat ontstaan? Dat de dingen niet zo vermoeiend lang hoeven te duren, en er niet op elke slak meer zout hoeft gelegd te worden, maar dat mensen echt innerlijk betrokken en enthousiast zouden raken? Dat de kerken vollopen, en we er nog vier gebouwen bij moeten optrekken, en vier bevlogen en geïnspireerde dominees er bij beroepen moeten worden?

Ach dominee, droom maar verder…

 

Maar laat toch eens tot je doordringen welke geweldige wonderen er eigenlijk met het evangelie gebeurd zijn in de wereld.

Dat de boodschap van een of andere jonge rabbijn uit Israël aan het begin van de jaartelling die door toedoen van eigenlijk iedereen vermoord is, maar die uit het graf opstond, zo’n impact op de wereld en de geschiedenis heeft gehad: dat zou toch in geen mensenhoofd zijn opgekomen?

Zou u dat voor mogelijk hebben gehouden?

 

Ooit wel eens tot u door laten dringen welke dingen het evangelie gedaan heeft in de wereld en welke ongekende bevrijding dat voor de mensheid heeft gebracht?

Bijna alle heilzame dingen van onze leefcultuur zijn daartoe terug te brengen. En dan bedoel ik niet de ongekende onmatigheid die op dit moment alles dreigt te overspoelen. Maar de vele waarden die onze wereld gemaakt hebben tot wat ze is: zonder het evangelie niet denkbaar. De miljoenen die in de geschiedenis van de wereld daar kracht en veiligheid en levensbasis in hebben gevonden. De wereld is door het evangelie volstrekt veranderd.

Alstublieft: verwonder u er weer eens over.

 

En geloof dat het ook vandaag mogelijk is.

En misschien wel juist in onze tijd. Een tijd van leegte. Waarin steeds meer mensen er achter komen dat de cirkel van het verlangen naar meer en beter en gelukkiger ons niet meer brengt dan steeds grotere vervreemding. Zou het niet mogelijk zijn dat er een nieuw besef gaat doorbreken dat de ontwikkelingen van de laatste eeuwen, die ons hebben weggedreven van het geloof, en ons in de illusie van de techniek en de welvaart hebben gebracht, ons eigenlijk naar een land van leegte hebben gebracht, waar we doel en zin verloren lijken te hebben? Wat heb je er aan om nog meer te consumeren? Een nog geavanceerdere auto te hebben? Een nog weer groter huis te hebben dan je vriend? En weer iets te kopen dat alleen maar een hype is? Wat hebben onze kinderen er aan om in nog meer vormloosheid en chaos te komen die in de huidige schreeuwende cultuur zitten?

De schepping is stuk. Op die boodschap zijn we de hele week al getrakteerd. Het samenleven van mensen verworden tot individualisme. Ieder leeft voor zichzelf. Opkomen voor jezelf. De zwakkere moet het weer opnieuw gaan ontgelden. Het moderne en postmoderne leven is eigenlijk failliet. Niet iedereen wil het alleen nog accepteren.

Maar zou niet het moment aangebroken zijn, waarop wij iets van de roeping moeten verstaan: vaar naar dieper water, gooi je netten uit?

Zijn ze er, onder ons? Laten ze er zijn! Jonge mensen. Ouderen mag ook. Die bevlogen zijn. Niet met een hype van wat emotioneel religieus gevoel dat de kerk op dit moment ook overspoelt. Daar zit zoveel ongemerkt nabootsen van gevoel bij. Dat is ook zo weer over, heb ik daarnet al gezegd. Maar echt de kracht van het evangelie. Echt bevrijding uit de gevangenschap van het nabootsend begeren die het consumentisme en de leegte hebben gebracht. Echt nieuwe gemeenschap en liefde in de opstandingskracht van Jezus. En een echt ontwaken tot het Koninkrijk van de hemelen.

Ik geloof dat het juist nu mogelijk is.

 

Iets van gehoorzaamheid aan het gebod van dit moment moet er zijn. Zoals Petrus. We hebben de hele nacht zonder resultaat gevist. Maar als U ons verzoekt om het te doen, dan gooien we de netten opnieuw uit. Grensverleggend is dat. Je eigen kaders en denkpatronen durven doorbreken. Iets van roeping gewaar worden. Jij, u bent geroepen.

 

Blijf niet vast zitten aan je minderwaardigheidsgevoel. Aan het denkpatroon: wat zou ik moeten – daar ben ik veel te klein voor.

Juist de twee jongvolwassen mensen van deze morgen, Jesaja en Petrus, hadden een diep doordringend besef dat je als mens eigenlijk veel te klein bent voor de grote dingen van het Rijk van God.

Jesaja: Heer, ik ben een mens met onreine lippen. Wat moet U met mij?

Petrus: Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.

Maar ze lieten zich inschakelen. Ze durfden hun eigen beperkingen in geloof te doorbreken. En ook: ze bleven niet steken in hun eigen patroontje.

Je zou kunnen denken: och, het is nu eenmaal zo.

Ze zijn gegaan. Vissers van mensen. Mensen met een roeping. Een boodschap. Een heilige  bevlogenheid.

 

Zeg niet: je kunt toch niet allemaal dominee worden. Nee, maar er wordt bijna niemand meer dominee. Jonge predikanten zijn er bijna niet meer. Een gemeente als Nieuwleusen zou permanent twee of drie jonge mensen op de opleiding voor predikant moeten hebben.

Zeg niet: je kunt ook niet allemaal ouderling worden. Nee, bijna niemand wil nog ouderling worden.

Ieder van ons kan met een missie in de wereld staan. Iets van het grote en bevrijdende van het evangelie laten zien in de kracht van dagelijks leven. Zonder enige gêne er over praten. De zachte krachten van de liefde van het evangelie leven en zo verkondigen.

Gemeente: weg met het pessimistische ondergevoel dat het met de kerk alleen maar naar beneden zou gaan. De tijd van ontwaken van de kerk zou wel eens heel dicht bij kunnen zijn. Zorg dat u en wij er dan niet buiten staan. Want mijn ervaring is het dat mensen die niet meer geheid  bij kerk en geloof horen eerder ontvankelijk zijn voor de echte boodschap van het evangelie, dan veel vastgeroeste en doorgewinterde kerkgangers. Niet voor niets is er de uitdrukking: heidenen bekeren is een christelijk werk, maar christenen bekeren is een heidens werk.

Laat u door het wonder van het evangelie en zijn kracht in beslag nemen.

Amen.