Predikant: ds. Ph. van Wijk
Orde
van dienst 1, medewerking van de cantorij.
Stil
gebed, Bemoediging en groet
Drempelgebed
Psalm
van de zondag: Psalm 95 : 1(g) 2 cantorij 3 (g) (met initium)
Smeekgebed,
Kyrie en Gloria: Gez. 399 : 1,3,6
Gebed
om de Heilige Geest
Schriftlezing
I: Jesaja 6 : 1-8 antwoordpsalm: Psalm 138 : 1
Schriftlezing
II: Lucas 5 : 1-11 Lied: Gezang 313
: 1,2,4,7
Woord
tot de kinderen
Verkondiging
Gebeden
Collecten
Slotlied:
Gezang 312
Heenzending en zegen, met Tussentijds 116 (gemeente zingt herhaling)
Lieve
gemeente,
Aan
de leiding van de kindernevendienst vroeg ik maandagavond wat ze denken van de
toekomst van de kerk. Gewoon concreet, hier in Nieuwleusen: hoe ziet het er
over vijftien tot twintig jaar uit? Ze dachten dat het aantal kerkgangers wel
verder gedaald zou zijn. En een kerkgebouw gesloten. We boeren immers al een
poos achteruit. We gaan nu binnen vijf jaar al van gezamenlijk vier predikanten
naar gezamenlijk drie predikanten. En misschien worden het er dan wel
tweeëneenhalf of twee.
We
hebben allemaal de neiging om in die krimp te geloven. Jawel, er zijn wel
gemeenten die groeien. Nog maar kort geleden deden de jeugdkerken, in Zwolle
bijvoorbeeld, het goed. Sommige evangelische gemeenten groeien. Enkele daarvan
zelfs als kool. Maar op de keper beschouwd is het alleen wat heen en weer
geschuif binnen de kerken. De jeugdkerken zijn al weer op zijn retour. Het was
een hype, schrijft Trouw. En de jongelui die er heen gingen kwamen uit andere
kerken. Niet van buiten. Overal in het land rijzen Alphacursussen als
paddestoelen uit de grond. Bedoeld om mensen van buiten de kerken met de
grondbeginselen van het christelijk geloof vertrouwd te maken. Maar ze worden
grotendeels bevolkt door kerkvolk.
En
het spoort ook met onze ervaring, als we in de kerk aan het werk zijn.
Hier
en daar zie je wel eens iemand terugkomen in de kerk. Maar veel vaker kom je
tot de constatering dat er mensen verdwenen zijn. Ongemerkt. Kwamen vroeger nog
wel in de kerk. Maar op een gegeven moment realiseer je je: ik zie ze eigenlijk
nooit meer. Stilletjes verdwenen.
En
ook die andere ervaring. Dat je het gevoel hebt dat steeds minder mensen het
werk gaan doen. Het is fijn dat er vandaag weer op de zondagsbrief staat dat er
een jeugdouderling is benoemd. Maar ze is niet de eerste. In Zuid hebben we het
aantal ouderlingen met de helft teruggebracht. En nog is de helft daarvan niet
bezet.
Sommigen
mensen leveren een geweldige inspanning. Je ziet ze overal weer opduiken. Maar
waarom vaak dezelfde namen en gezichten? En wat levert het op? Dat vermoeide
gevoel soms. Altijd maar weer bezig. En toch boeren we langzaam achteruit.
Eigenlijk
doe ik nu niet anders dan invullen wat we in het verhaal van de wonderbaarlijke
visvangst lezen. We hebben, zegt Petrus tegen Jezus, die hem vraagt naar dieper
water af te steken en nog eens de netten uit te gooien, heel de nacht gevist.
We zijn moe thuisgekomen. Niks gevangen.
Ja,
zo is dat een beetje in de kerk. ik heb de hele nacht gevist, maar niks
gevangen. Natuurlijk zijn er wel wat mensen die wat aan het geloof hebben. En
je hebt soms in het pastoraat wel heel waardevolle gesprekken. Maar de grote
massa: daar gaat het toch steeds meer aan voorbij.
En
moet ik dan alleen maar met de zorg en twijfel leven of het voor mijn
kleinkinderen nog relevant is om te geloven? Dat het hooguit een lot uit de
loterij is als zij er nog wat aan zullen doen?
Toch
heeft dit gedeelte een volstrekt positieve insteek. Jezus weet van de soms
vruchteloze realiteit. Maar juist in die wat matte en dorre situatie klinkt er
een ongekend uitdagende en uitnodigende roep om te geloven en te werken. Het
teken van die ongekende visvangst.
Zou
het waar kunnen zijn dat het evangelie in plaats van minder werkzaam juist gaat
doorbreken? Zou het kunnen zijn dat de krachten van het Rijk van God ongedacht
open komen? Dat in plaats van allerlei energie die gestoken wordt in allerlei
belangenstrijd en eindeloos vergaderen, de lucht zou opklaren, en er een zekere
honger gaat ontstaan? Dat de dingen niet zo vermoeiend lang hoeven te duren, en
er niet op elke slak meer zout hoeft gelegd te worden, maar dat mensen echt
innerlijk betrokken en enthousiast zouden raken? Dat de kerken vollopen, en we
er nog vier gebouwen bij moeten optrekken, en vier bevlogen en geïnspireerde
dominees er bij beroepen moeten worden?
Ach
dominee, droom maar verder…
Maar
laat toch eens tot je doordringen welke geweldige wonderen er eigenlijk met het
evangelie gebeurd zijn in de wereld.
Dat
de boodschap van een of andere jonge rabbijn uit Israël aan het begin van de
jaartelling die door toedoen van eigenlijk iedereen vermoord is, maar die uit
het graf opstond, zo’n impact op de wereld en de geschiedenis heeft gehad: dat
zou toch in geen mensenhoofd zijn opgekomen?
Zou
u dat voor mogelijk hebben gehouden?
Ooit
wel eens tot u door laten dringen welke dingen het evangelie gedaan heeft in de
wereld en welke ongekende bevrijding dat voor de mensheid heeft gebracht?
Bijna
alle heilzame dingen van onze leefcultuur zijn daartoe terug te brengen. En dan
bedoel ik niet de ongekende onmatigheid die op dit moment alles dreigt te
overspoelen. Maar de vele waarden die onze wereld gemaakt hebben tot wat ze is:
zonder het evangelie niet denkbaar. De miljoenen die in de geschiedenis van de
wereld daar kracht en veiligheid en levensbasis in hebben gevonden. De wereld
is door het evangelie volstrekt veranderd.
Alstublieft:
verwonder u er weer eens over.
En
geloof dat het ook vandaag mogelijk is.
En
misschien wel juist in onze tijd. Een tijd van leegte. Waarin steeds meer
mensen er achter komen dat de cirkel van het verlangen naar meer en beter en
gelukkiger ons niet meer brengt dan steeds grotere vervreemding. Zou het niet
mogelijk zijn dat er een nieuw besef gaat doorbreken dat de ontwikkelingen van
de laatste eeuwen, die ons hebben weggedreven van het geloof, en ons in de
illusie van de techniek en de welvaart hebben gebracht, ons eigenlijk naar een
land van leegte hebben gebracht, waar we doel en zin verloren lijken te hebben?
Wat heb je er aan om nog meer te consumeren? Een nog geavanceerdere auto te
hebben? Een nog weer groter huis te hebben dan je vriend? En weer iets te kopen
dat alleen maar een hype is? Wat hebben onze kinderen er aan om in nog meer
vormloosheid en chaos te komen die in de huidige schreeuwende cultuur zitten?
De
schepping is stuk. Op die boodschap zijn we de hele week al getrakteerd. Het
samenleven van mensen verworden tot individualisme. Ieder leeft voor zichzelf.
Opkomen voor jezelf. De zwakkere moet het weer opnieuw gaan ontgelden. Het
moderne en postmoderne leven is eigenlijk failliet. Niet iedereen wil het
alleen nog accepteren.
Maar
zou niet het moment aangebroken zijn, waarop wij iets van de roeping moeten
verstaan: vaar naar dieper water, gooi je netten uit?
Zijn
ze er, onder ons? Laten ze er zijn! Jonge mensen. Ouderen mag ook. Die bevlogen
zijn. Niet met een hype van wat emotioneel religieus gevoel dat de kerk op dit
moment ook overspoelt. Daar zit zoveel ongemerkt nabootsen van gevoel bij. Dat
is ook zo weer over, heb ik daarnet al gezegd. Maar echt de kracht van het
evangelie. Echt bevrijding uit de gevangenschap van het nabootsend begeren die
het consumentisme en de leegte hebben gebracht. Echt nieuwe gemeenschap en
liefde in de opstandingskracht van Jezus. En een echt ontwaken tot het
Koninkrijk van de hemelen.
Ik
geloof dat het juist nu mogelijk is.
Iets
van gehoorzaamheid aan het gebod van dit moment moet er zijn. Zoals Petrus. We
hebben de hele nacht zonder resultaat gevist. Maar als U ons verzoekt om het te
doen, dan gooien we de netten opnieuw uit. Grensverleggend is dat. Je eigen
kaders en denkpatronen durven doorbreken. Iets van roeping gewaar worden. Jij,
u bent geroepen.
Blijf
niet vast zitten aan je minderwaardigheidsgevoel. Aan het denkpatroon: wat zou
ik moeten – daar ben ik veel te klein voor.
Juist
de twee jongvolwassen mensen van deze morgen, Jesaja en Petrus, hadden een diep
doordringend besef dat je als mens eigenlijk veel te klein bent voor de grote
dingen van het Rijk van God.
Jesaja:
Heer, ik ben een mens met onreine lippen. Wat moet U met mij?
Petrus:
Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.
Maar
ze lieten zich inschakelen. Ze durfden hun eigen beperkingen in geloof te
doorbreken. En ook: ze bleven niet steken in hun eigen patroontje.
Je
zou kunnen denken: och, het is nu eenmaal zo.
Ze
zijn gegaan. Vissers van mensen. Mensen met een roeping. Een boodschap. Een
heilige bevlogenheid.
Zeg
niet: je kunt toch niet allemaal dominee worden. Nee, maar er wordt bijna
niemand meer dominee. Jonge predikanten zijn er bijna niet meer. Een gemeente
als Nieuwleusen zou permanent twee of drie jonge mensen op de opleiding voor
predikant moeten hebben.
Zeg
niet: je kunt ook niet allemaal ouderling worden. Nee, bijna niemand wil nog
ouderling worden.
Ieder
van ons kan met een missie in de wereld staan. Iets van het grote en
bevrijdende van het evangelie laten zien in de kracht van dagelijks leven.
Zonder enige gêne er over praten. De zachte krachten van de liefde van het
evangelie leven en zo verkondigen.
Gemeente:
weg met het pessimistische ondergevoel dat het met de kerk alleen maar naar
beneden zou gaan. De tijd van ontwaken van de kerk zou wel eens heel dicht bij
kunnen zijn. Zorg dat u en wij er dan niet buiten staan. Want mijn ervaring is
het dat mensen die niet meer geheid bij
kerk en geloof horen eerder ontvankelijk zijn voor de echte boodschap van het
evangelie, dan veel vastgeroeste en doorgewinterde kerkgangers. Niet voor niets
is er de uitdrukking: heidenen bekeren is een christelijk werk, maar christenen
bekeren is een heidens werk.
Laat
u door het wonder van het evangelie en zijn kracht in beslag nemen.
Amen.