Dorpskerk Barendrecht, Advent I  29 november 2009

ds. Ph. van Wijk

Lucas 1,1-25 en Jesaja 40,1-11

 

Gemeente,

 

Wie leest er nog dagelijks of in elk geval heel regelmatig zelf uit de Bijbel? (vingers)

Bijbellezen is niet erg meer in. Het vraagt om concentratie en aandacht. En dat valt niet mee in onze vluchtige tijd van eindeloze informatie en van snelle beelden en korte boodschappen.

 

En dan heb je eigenlijk al gelijk een probleem met Lucas. Die wil zijn lezers overtuigen van de betrouwbaarheid van de gebeurtenissen die zich rond Jezus hebben afgespeeld. En daarvoor doet hij nauwgezet en geconcentreerd onderzoek. Hij is nieuwsgierig, betrokken. Zoekt tot op het bot naar wat waar is en wat de betekenis is van wat er rond Jezus is gebeurd. En daar wil hij Theofilus (de mens die God liefheeft betekent dat) van overtuigen. Dat is nog wat meer dan ‘ieder zijn eigen waarheid’. Het grenzeloze relativisme van onze tijd. Durven we het nog aan om onze eigen waarheid te laten corrigeren door het gezag van de Schriften?

 

Lucas laat prachtig zien dat Kerst niet zomaar binnenvalt met een pittoresk verhaal over de stal in Bethlehem. Dat verhaal begrijp je niet als je niet eerst door Advent bent heengegaan. Pik geen krenten uit de pap, want je verliest de betekenis vierkant uit het oog. Ik heb afgelopen week op de gemeenteavond iets gezegd over de zorgvuldigheid waarmee wij willen omgaan met de liturgie, omdat elk onderdeel zijn betekenis heeft. Het welt maar niet zomaar op vanuit eerste impulsen en toevallige emoties. Lekker in het gehoor liggend of hapklaar opgediend. Nee, Lucas doet het ons voor. Hij bouwt het verhaal in een aantal lagen zeer zorgvuldig en met een diepe betekenis zo op dat het geboorteverhaal werkelijk tot zijn recht kan komen. Eigenlijk doen wij dat ook elke week weer. Langs een zorgvuldige weg van voorbereiding  komen we aan bij het verhaal van de Schriften. Het evangelie van Jezus Christus.  Zo doen we het ook in het ritueel van het aanzwellend licht van de Adventskaarsen. Zorgvuldig bereiden we ons voor om het feest betekenisvol te vieren op 25 december.

 

En zoals je de liturgie met zijn opbouw en rituelen en symbolen voortdurend moet bekloppen en bevragen om de betekenis niet te laten verslijten, zo moeten we ook dat prachtige gelaagde Adventsverhaal van Lucas bekloppen en bevragen. Wat wil je eigenlijk? zou ik met Lucas willen vragen. Vluchtige emotie en snelle bevrediging daarvan? Of wil je een werkelijk duurzame, onwankelbare grond? Geloof dat gefundeerd is? En ik besef dat we dan de tijd niet mee hebben.

 

Ik kan in deze preek slechts een paar dingen noemen van de prachtige aandacht die Lucas besteedt aan de voorbereiding van het Kerstverhaal.

 

De grote lijn van de verhaalopbouw van dit hoofdstuk bijvoorbeeld.

Twee verhalen van de engel Gabriël die onverwacht verschijnt, en van de reactie van de twee die allebei uitmonden in een lofzang. Zacharias en Maria.

De literaire kracht van die opbouw: eerst de aankondiging aan Zacharias met een eerste reactie. En dat eerste verhaal wordt geparkeerd en krijgt pas een vervolg aan het eind van dit Adventshoofdstuk, in de lofzang van Zacharias bij Johannes’ geboorte.  Aansluitend aan de aankondiging aan Zachrias onmiddellijk de aankondiging aan Maria met haar reactie, en dat wordt wel doorverteld in een tweede stuk over Maria, namelijk haar bezoek aan Elisabeth met de lofzang die ze dan zingt. En dan wordt het verhaal van Zacharias en Elisabeth afgemaakt, met de geboorte van Johannes en de lofzang van Zacharias.

Een kruislingse opbouw dus - een chiasme noemen we dat. Een literaire kunstvorm.

En daarin licht dan het totale verschil in levenssituatie en reactie tussen die twee op. Een oud echtpaar. Onvruchtbaar. Onverhoorde smeekbeden. Uitgebluste hoop. En als dan de verhoring wordt aangekondigd, verkrampte gereserveerdheid. Ongeloof. Hoe kan ik het wéten? Ik ben oud, en mijn vrouw is ver heen met haar levensdagen. Een tong die verstijft en niets meer kan zeggen.

En daartegenover een jonge maagd. Die totaal geen idee heeft hoe je zwanger zou kunnen zijn als je geen gemeenschap met een man hebt, maar die een ontvankelijkheid en onbevangenheid ten toon spreidt waar wij dan stil van kunnen worden. Terwijl het toch wel heel erg door haar idealen van haar aanstaande bruiloft heen kruist. Een ontvankelijkheid en een bereidwilligheid om je eigen idealen te durven inwisselen voor het grote verhaal, die haar in diepe lagen van haar mens-zijn vreugde bezorgen! En die haar visionair maken en dichteres. Een prachtige lofzang.

 

En nog een andere lijn in dit Adventsverhaal als voorbeeld van de betekenisvolle gelaagdheid.

De ongelofelijke knappe, en diepgaande verweving van het kleine persoonlijke verhaal, zeer dicht bij de mens, met het grote verhaal van het volk en de wereld en van Gods geschiedenis met het volk en de wereld. Een oud echtpaar. Vervallen aan grijsheid van haren en grijsheid van gestorven hoop. Sterker, in dat indrukwekkende detail van die oude vrouw Elisabeth. Die in haar gemeenschap kennelijk onder de druk van smaad moet leven. Gepest te worden. Niet mee te tellen. Weten dat ze laatdunkend over je denken. Want je hebt geen kind.  Je draagt niet bij aan de toekomst van de Messias! De kleine wereld, de kleinburgerlijke wereld ten voeten uit. Zo werkt het, ook vandaag nog. Er worden wat mensen, kinderen en volwassenen uitgesloten. Psalm 25 op eerste Advent is zeer betekenisvol: Weer van mij toch smaad en schande!

En dit kleine verhaal van diep menselijke ellende en uitgeblustheid, wordt zomaar doorstraald door een gebeuren dat ver boven de contouren van het persoonlijke uit gaat. Aankomend heil voor heel Israël en heel de wereld.  En ook het verhaal van Maria heeft deze thematiek.

Lucas weet prachtig in het kleine van de individuele mens het grote van het Godsrijk, en in het grote van het Godsrijk het kleine van de individuele mens te tekenen.

Zijn wij in onze tijd niet erg opgesloten in onze individuele belangen? Als ik er maar wat aan heb. Als ik er maar wat bij voel. Mijn wereldje. Als er maar troost en bemoediging klinkt in mijn zorgen en vragen. Waar zijn de grote vragen? Die naar het Godsrijk dat komt? Zoektocht naar een wereld waarin het recht zal zijn en vrede? Hoe diep tellen die vragen in jouw existentie? Kinderwens. Pijn en verdriet omdat die niet vervuld wordt. Maar ooit bij het krijgen van kinderen of bij het verlangen naar kinderen verder gekeken dan je eigen persoonlijk geluk, namelijk naar het Rijk van God? Het verbond dat Hij met de mensen heeft, en dat door de generaties mag gaan? Jouw geluk ingebed in en gewijd aan de plannen van God, en niet God ten dienste van jouw plannen?

 

En tenslotte, gemeente, de diepste theologische lijn misschien wel van dit hoofdstuk. Namelijk dat het van God komt. Hoe lang zucht de wereld al onder de nacht van het kwaad? Zal er ooit een dag van vrede, zal er ooit verlossing zijn? Zijn we één stap vooruitgekomen? Ja, misschien wel heel veel stappen. Maar evenveel stappen achteruit en dieper het dal van het kwaad in.

En als Zacharias en Elisabeth verlies je de hoop. Sceptisch wordt al lang geroepen dat heel die toekomstverwachting en hoop gebaseerd is op wensdenken, dat geen wetenschappelijke en zindelijke grond heeft. De tijd is voorbij dat je nog zou kunnen denken dat er werkelijk een Rijk Gods aan breekt. Laten we dit wensdenken er aan geven.

En zo ook in je persoonlijk leven vaak. Wat je hoopte, waar je om bidt, waar je naar uitziet: het wordt verlamd omdat je geen licht ziet. Je geloof dreigt schipbreuk te leiden.

Voor Zacharias en Elisabeth was de tijd voorbij.

In het Jesaja gedeelte was het volk in ballingschap de hoop op terugkeer en herstel kwijt geraakt.

In de lijn van Maria en Jozef, uit het geslacht van David, weerspraken de feiten dat er ooit een Messias uit dat geslacht geboren zou worden. Vervallen als het was tot grote armoede.

 

Maar het Godsrijk komt niet door menselijke inspanning. En het komt niet uit onze richting. Onverwacht staat daar die aankondig-engel daar. Tot twee keer toe. Het heil komt van Godswege. Het komt uit de hemel, het komt niet van de aarde. We hebben gezegd in het liturgisch profiel van onze gemeente dat daar de nadruk op ligt. God bouwt de gemeente en God bouwt zijn Rijk niet door menselijke inspanningen. Maar door zijn Woord dat tot ons komt. Daarom vieren we liturgie midden in een wereld waar eigenlijk niet veel te vieren valt. Het is genade en het komt van Gods kant. Hij doorbreekt op zijn wijze en zijn tijd de hopeloosheid van deze wereld. Hij faalt niet.

Amen.