21 december 2008 Lucas 1,26-38
Ds. Ph. van Wijk.
Advent, gemeente, is een noodzakelijk oponthoud op weg naar Kerst. Ik heb dat in het Klankbord twee weken geleden al geschreven. Het wordt niet opeens gezellig. Maar alleen langs de weg van een diepgaande bezinning komt de ware betekenis van Kerst in zicht.
Er zit in de liturgische symboliek die we gebruiken ook een beetje een tegenstelling. We steken per week één kaars meer aan. In de duisternis begint het licht door te dringen. We naderen de morgen van het heil steeds meer. Maar in het gebruik van de liturgische kleuren zien we een andere beweging. We beginnen niet bij donker paars om er steeds meer licht in te laten krijgen. Via roze naar wit. Maar op de derde Adventszondag licht de kleur even op, om dan weer in het paars terug te vallen, dat daarom des te donkerder is. Gaudete, verheugt u. De naam van de zondag vorige week. Daar lijkt het toch licht te worden. Maar nu: Rorate coeli. Laat er toch, o hemelen, een beetje dauw of een paar druppels komen, alles is zo dor en dood geworden. De vierde Adventszondag benadrukt meer dan de andere zondagen de hopeloosheid van de wereld. Er valt op geen enkele manier echt heil van onszelf te verwachten. Gezelliger kan ik het niet maken, gemeente.
De wereld is keihard tegen een muur gelopen. We bleken allemaal op een zeepbel te leven. Als Jo Biden, de runningmate en straks de op één na machtigste man ter wereld, gisteren zegt dat de Amerikaanse economie helemaal in kan storten, dan is dat nogal een constatering. Ons westers economisch denken blijkt dus een luchtbel te zijn.
De techniek heeft de wereld beter maar ook slechter gemaakt. Voor elke ziekte waar we iets tegen uitvinden ontdekken we een nieuwe. De schepping hebben we al voor een fiks deel naar de vernieling geholpen. En echt iets veranderen: dat lijken we niet te kunnen. Nee, onze begeert zit in de weg.
De vader van George Bush beloofde ons als president een nieuwe wereldorde. Herinnert u het zich nog: ‘New worldorder’? De boedel die zijn zoon nalaat bewijst dat Bush senior zelfs in zijn eigen gezin de betekenis daarvan niet heeft kunnen duidelijk maken.
Maar ook in kleinere verbanden: hoeveel schuiven we op in de richting van een echt heilzaam leven met elkaar? Worden we langzaam beter? Ontstaat er langzaam meer saamhorigheid? Groeien we in de richting van Gods vrederijk? Wie zou daarvoor vanmorgen zijn vinger op willen steken? Dat u en ik en wij allemaal met elkaar het toch steeds beter gaan doen? Zou het zo zijn dat alle roep om en aandacht voor spiritualiteit ons betere ik zou te voorschijn halen?
Van de wereld in het groot en in het klein valt geen echt heil te verwachten. Ik ben geen pessimist, maar realist.
Ondertussen begint u zich misschien af te
vragen waarover ik aan het preken ben. Het zou over de aankondiging aan Maria
gaan. Een lied dat de engel binnendraagt in dat eenvoudige burgerwoninkje in Nazerth waar de nog jonge maagd Maria zich bevindt.
Jawel. Toch heb ik het daar wel over.
Dwars tegen de menselijke mogelijkheden in, daagt plotseling wel
heil. Uit de hemel vandaan een boodschap. Over de echte
redding van de wereld. Het onbegrensde koningschap van Jezus. Redding van Jahwe
– is zijn naam. Echt heil voor de wereld. Daar waar de wereld ten diepste naar
hunkert. Verlossing uit de greep, de macht van het kwaad. Een nieuwe morgen.
In deze aankondiging eerst voor Israël.
Gevangen in het machtsbereik van het Romeinse Rijk. Weinig perspectief.
Maar van daaruit ook voor de hele wereld.
Een eeuwige Koning. De Messias.
Over die beschrijving die Gabriël geeft van het Kind dat de eeuwige Koning zal zijn,
moet je eigenlijk een poosje mediteren. Woorden in een preek zijn wat armzalig
daarvoor.
Maar God kiest dan volkomen andere kaders.
Dat is wat Lucas te zeggen heeft. In het ons zo vertrouwde kerstverhaal dat
hier zo op aansluit wordt dat duidelijk. God gaat niet naar de hoofdstad
van de wereld, Rome. Niet naar de wereldleider. De
Verhevene. Augustus. Maar naar een jong meisje. In een weinig betekenend stadje
in een wat duistere landstreek.
God kiest niet de kaders van de sterke
mannenwereld. De mannelijke potentie en de keizerlijke macht worden hier buiten
spel gezet.
Omdat God zelf een concurrent van hen zou
zijn? Nee, in God is die rivaliteit niet. Als dat de beweegreden van God geweest
zou zijn, (om te tonen dat Hij het wint van Augustus en Bush en Obama) dan zouden we ten diepste nog in
de cirkel van het geweld gevangen zitten. Maar Hij kiest juist dit meisje als
symbool van geweldloosheid en kwetsbaarheid. Betekenisloos in de kaders van de
wereld. Kwetsbaar zelfs voor haar eigen leefmilieu. Een zwangerschap die haar
prijsgeeft aan de roddel van een kleine stadsgemeenschap.
Maar door zulke kaders te kiezen komt God
werkelijk het heil in de wereld brengen. Alleen daar waar alle menselijke
belangen en alle menselijke concurrentie en begeerte naar meer en macht wordt
doorbroken is een weg van heil voor de wereld mogelijk.
Dat is wat Gabriël
de genade van God noemt.
Probeer dat eens te vertalen naar onze
eigen denkkaders. Naar waar wij naar streven. Waar wij het eigenlijk van
verwachten.
Wat is God wijs dat Hij andere kaders
kiest. Dat de wereld op andere wijze gered wordt. Dat Hij Jezus gegeven heeft.
Met zo’n diepgaand anders en prachtig koningschap.
Tot die kaders van God moeten we ons bekeren.
Dat perspectief van hoop en verlangen telkens vernieuwen.
Want de wereld zal op zijn genadige wijze verlost worden!
Tegelijk
is er op die kleine schaal van dat onbetekenende meisje in Nazareth een
gebeuren dat ons ook persoonlijk tot deze andere denkwijze en leefwijze kan
bewegen.
Ik
bedoel het feit dat Maria zich werkelijk ontvankelijk heeft getoond om dit als
persoonlijke levensgebeurtenis te aanvaarden.
Dat
is niet simpel geweest. Elke romantiek valt hier weg. Want dit is een diepe
inbreuk geweest op wat wij als geluk zouden willen zoeken. Binnen de denkkaders
van haar stadsgenoten overkomt haar iets bedenkelijks. Schande. Ongehuwd
zwanger. Zelfs haar relatie met Jozef komt op het spel te staan. En afgezien
daarvan: het heeft ook iets zo bespottelijks, zo belachelijk pretentieus, dat
ze het op geen enkele wijze kon verkopen aan wie dan ook maar.
Haar
leven staat op zijn kop. Haar verwachtingspatronen verscheurd. Dit is zo
vreemd. Zo bedreigend voor haar geluk.
Haar leven wordt in een keer op zijn kop gezet. Ze heeft er helemaal nog geen zicht op wat dat concreet allemaal gaat betekenen. Ze kan alleen maar in een eerste menselijk reactie vermoeden dat dit heel wat gaat opleveren dat veel zal kosten. Maar ze durft het aan om te vertrouwen. En stelt er zich voor open.
Ze had in lachen kunnen uitbarsten. Wat een
vertoning. Ik – simpel kind uit een verachtelijk stadje? Dan blijf je in
dezelfde denkkaders als de groten en machtigen. Het is er hooguit het
spiegelbeeld van. Eigenlijk is dat denken in kaders van nabootsing. Verkeerde
nederigheid.
Maar ze maakt zich ontvankelijk. Stelt zich
voor die totaal nieuwe manier van denken open. Een leven zonder pretentie.
Zonder belang en verlangen dat door anderen is bepaald. Een leven dat slechts
liefde ontvangt en zo doordraagt. Een leven dat voor God open is. Mij geschiede
naar uw woord.
In zo’n leven valt alle strijd en
rivaliteit weg. Alle krampachtig cirkelen om jezelf. Alle subtiel of
geraffineerd verborgen eigenbelang. Je stelt je open voor de echte krachten van
de hemel.
Een nieuwe wereld, gemeente, komt er niet door onze beste inspanningen. Niet door positief te zijn of je betere ik spiritueel op te poetsen. Wij zitten gevangen in de oneindig doorgaande onbewuste processen van nabootsend begeren en geweld. Er is geen idealisme dat ons zal helpen tegen het feit dat mensen elkaar in de weg zitten. Maar: er is heil uit de hemel! Jezus Christus ons van God gegeven. Een nieuwe wereldorde in zijn Naam.
Amen.