Dorpskerk
Barendrecht, Paasmorgen (23 maart) 2008
ds. Ph. van Wijk
Johannes 20 : 1-18
Lieve gemeente,
Die drie mensen in ons verhaal, ze brengen ons op het pad van Pasen.
Je zou maar Degene om wie je je beroep je beroep hebt gelaten, en met wie je intensief bent opgetrokken een paar jaar; Degene die je ongekend bewondert hebt en zeer betrokken gevolgd; Degene die je al die tijd hebt geloofd en vooral Degene van wie je zo ongekend veel diepe sympathie, zeg maar gerust oprechte zuivere liefde hebt gekregen; je zou Díe maar op het moment suprème in de steek laten, terwijl Hij eigenlijk geholpen moet worden. Je zou je maar voor Hem geschaamd hebben en je vriendschap zo uit angst en twijfel verloochend hebben. Dié? Nee, die ken ik niet!! En die vriend, Die zou dan publiekelijk, werkelijk voor iedereen openbaar, worden terechtgesteld en op minderwaardige manier een vervloekte dood ondergaan.
Als je dat in je leven hebt gedaan met de diepste vriendschap die je ooit in je leven is overkomen, dan kan het niet anders of al de schaamte en al het schuldgevoel laat jou achter met een besef dat dit niet meer goed te maken is.
En erger nog wordt het als jij degene uit de vriendengroep was die bij hoog en bij laag had beweerd dat je met je vriend desnoods zou doodgaan. En als die vriend en meester je dan heeft gezegd dat jij hem ook net zo goed verloochenen zult voor het morgenvroeg is, en je hebt dat met de grootste stelligheid van tafel geveegd: dat nooit! En het is dan ook nog een keer echt gebeurd. Want moet je dan nog?
Er zijn dingen die zo gebroken zijn in het leven mede door je eigen schuld, dat ze niet meer te repareren zijn. Er is liefde die je zo kunt verraden, dat je alleen maar een dof gevoel van hopeloosheid kunt overhouden.
En dan is er op de derde dag een gerucht. Vrouwen zeggen dat het graf leeg is.
Het kan niet anders of je moet daarbij zijn! Je holt door de straten van Jeruzalem naar de graftuin. Met een ongekende spanning tussen hoop en vrees. Zou er toch?? Maar dat bestaat toch niet??
Het prachtige van Pasen, gemeente, is dat mensen als Petrus en Johannes maar ook de anderen, Jezus terug krijgen. Werkelijk levend, echt levend terugkrijgen.
Om de opstandingsverhalen van Jezus te verklaren en tegelijk te relativeren wordt er gegrepen naar de psychologie dat de apostelen Hem op legendarische manier zijn gaan verheerlijken. Hij is hun held die op die wijze in hen levend is geworden na zijn dood. Zo zouden die verhalen van de opstanding ontstaan zijn.
Wie eerlijk deze verhalen leest en werkelijk tot zich door laat dringen hoe deze vrienden Jezus hebben laten zakken, kan met deze verklaring niet meer uit de voeten. Als je je levensheld zo hebt verraden, dan zul je hem vanaf dat moment alleen maar verdringen. Je daad proberen te verklaren, te verzachten, hoe dan ook. Maar niet je held nieuw leven in blazen. We weten inmiddels te veel over verdringing en over de macht die het onderbewuste over ons heeft om dat oude vrijzinnige verhaal nu nog geloofwaardig te achten.
Jezus is echt aan hen teruggegeven. Het was te veel om te lezen, maar eigenlijk moet je hoofdstuk twintig en eenentwintig gewoon doorlezen. Zoals we op Goede Vrijdag achttien en negentien gelezen hebben. En dus ook verder lezen dat Jezus inderdaad levend aan hen teruggegeven wordt. Er is meer dan het lege graf!!
En dat Jezus als de Levende wordt teruggegeven aan hen, dat is puur genade. Dat is groter dan je je kunt voorstellen. Zulke vrienden die ons dit geflikt hadden, zouden wij voor altijd in hun eigen kwade wereld gelaten hebben. Maar hier wordt de Levende als vergeving gegeven.
Het is ook niet zomaar een lijk dat weer levend wordt en dat verder leeft. Gisteren drieëndertig jaar oud, morgen vierendertig. Nee. Als de verloochende, als de verradene, als de vermoorde, als de gedode wordt Hij teruggegeven. Op een wijze die al dat verraden, al dat verloochenen, al dat moorden en verwerpen overstijgt.
De Levende. Terug. Maar nu nieuw. Nu zo dat al dat kwaad voorbij is. Niet meer kan! Dat kan Hem niet nog een keer overkomen. Hij is er doorheen. Hij is er uit gebroken. Hij brengt een nieuwe wereld. Onvoorwaardelijke vergeving. Liefde. Dat is eeuwig leven.
Je moet niet zo vreselijk gaan zitten peuren hoe dat nu in de fysica en de biologie zou kunnen. Wij hebben een veel te beperkt wereldbeeld om dat een plek te geven. Maar dat wil helemaal niet zeggen dat het niet zou kunnen. Het overstijgt ons begrip. Maar dat maakt het niet minder waar.
Vooral waar in zijn machtige betekenis: niet het kwaad, niet het verloochenen, niet de machten, niet de onmacht, niet het verraad, niet de rivaliteit, niet de gewelddadigheden van ons mensen winnen het. De liefde alleen!
En ook Maria Magdalena helpt ons om Pasen als vreugdefeest te vieren.
Je zou maar van zeven demonen bevrijd zijn. En dan Degene die je er van bevrijd heeft zo schandelijk dood zien gaan. Kwijt. In veel opzichten.
Nou, misschien zegt u: het zegt me niet zo veel. Zeven demonen.
Wilt u het wat eigentijdser beschreven hebben? Deze vrouw was vreselijk gebonden geweest. Gemanipuleerd. Dwangmatig kon ze niet anders meer dan in de ban van anderen leven. Zo kan dat gebeuren. Als je als meisje of ontluikende vrouw in de ban bent van anderen. Van een loverboy. Of een leider die je manipuleert. Van een zogenaamde vriendin die altijd over jouw rug heen groot wil zijn. Constant door anderen geleefd te worden. Constant jezelf alleen maar kunnen zien door de ogen van anderen. De dwang van te leven uit hoe anderen over je denken. Zeven demonen. Vol van leegte dus. En daarmee vol van angst.
En daar had Jezus haar van vrij gemaakt. Als er Iemand is geweest die de mens weer in staat stelde om zichzelf te gaan zien zoals je eigenlijk mag zijn en ten diepste bent dan is het Jezus. Die je helpt om je gebonden, je verwrongen zelfbeeld weer nieuw en geheeld voor ogen te krijgen, dan Jezus. Vanwege de pure, niet dwingende, maar uitnodigende liefde die vrij is. En vrij maakt. Zo was ze door Jezus, die niet-manipulatief maar volkomen vrij geestelijke leiding gaf, vrij geworden. In Jezus was ze echte liefde gaan zien.
Je begrijpt als zo iemand dan uit je leven wegvalt door een schandelijke dood, dan lijkt alles in elkaar te storten. Dan lijkt de oude wereld van gebondenheid weer terug te keren.
En dat Jezus aan haar als Levende wordt teruggegeven, ook dat is pure gave.
Dat is leven. Dat is een nieuw begin!
Je mag me niet vasthouden zegt Hij tegen haar. Er is meer dan alleen maar de kring van leven waarin jij nu leeft. Als die er alleen maar was, dan zou je toch nog weer opgesloten zitten. Soms misschien even wat verbetering. Even je wat beter voelen. Hoop. Maar dan toch weer de oude patronen, waar je niet uit komt. Maar voorbij de wereld van leegte komt daar echte hoop! Jezus leeft! Op nieuwe wijze. En Hij opent de geest van Maria naar een nieuw perspectief. Maria hoeft niet ten onder te gaan in het cirkeltje van haar eigen mogelijkheden.
Het beeld van de tuinman helpt ons om de betekenis dieper te vatten.
In de oerchaos en duisternis van het begin schept God een wereld die een tuin wordt. Waarin mensen in vreugde en licht kunnen leven. In de oerchaos van het kwaad waarmee Jezus vermoord werd, en de duisternis van de leegte die er voor ons mensen overblijft in onze eigen mogelijkheden, komt de boodschap van de man die de tuin geordend zou hebben. De tuinman. Jezus. Het leven. De toekomst. De schepping. Perspectief.
Zoals Johannes aan het begin van zijn evangelie het Genesis-verhaal overneemt. In den beginne was het Woord. Zo neemt hij hier dat oerbegin ook mee. De tuin. De vrede. Paradijs van nieuwe vreugde. Maria: we beginnen het te zien. Jij bent degene die van de duivel was bevrijd, die bij Eva was begonnen om het zelfbeeld van mensen te vernietigen. “Eva, je bent pas iets als je hetzelfde bent als God.” Dat is demonie. Maar Maria wordt nu de nieuwe Eva. Helemaal binnengetrokken in het leven van het paradijs. Echte, zuivere vrijheid. In echte zuivere liefde. Jezus, de Levende is de ultieme genade aan haar leven.
Nu zitten we nog vast aan al die ellende. Het kwaad, het geweld. Maar ook de dood. De leegte. De pijn. De verlatenheid omdat je leven instort. Mijn zwager van vierenveertig gaat dood aan kanker. Je man, je vrouw van wie je zoveel hield, blijft plotseling dood. Je moet je kind naar het graf brengen. Zitten we als ratten in de val? Hebben we ons dan toch vergist? Als Jezus niet zou zijn opgestaan uit de dood en als er niet een nieuwe schepping op die zondagmorgen in de graftuin zou zijn beloofd, dan kunnen we beter eten en drinken en veel leuke dingen doen. Want stel je voor dat je dan van die paar jaar niet genoten zou hebben. Zo zegt de apostel Paulus het. En ik ben het hartgrondig met hem eens. Beroep gerust een andere dominee die jullie dan nog wat stichtelijk bezig weet te houden. Want ik weet wel leukere banen te verzinnen.
Maar Christus is opgestaan! En daarmee is elke vorm van cynisme, twijfel, angst, scepticisme, ongegrond. Een totaal nieuw begin vanuit de overwinning op het kwaad en de dood is mogelijk geworden. Met dat perspectief willen we leven.
Eer aan de Vader,
Eer aan de Zoon,
Eer aan de heilige Geest.
Amen.