Dorpskerk Barendrecht, 3 mei 2009, ds. Ph. van Wijk

Johannes 10,1-15    Heilige Doop Luuk Dirck Kuiters

 

Lieve doopouders, lieve gemeente,

 

Jezus de Goede Herder, die zijn schaapjes veilig naar de stal brengt.

Dat is toch mooi, dat daar met de Doop van Luuk over gepreekt wordt. Zo’n klein kwetsbaar ventje. Wat staat hem nog allemaal te wachten in de wereld? Maar Jezus is de Goede Herder.

 

Ik denk dat het waar is dat we in dat geloof onze kinderen op de wereld mogen zetten. Er is genoeg reden om je bezorgd te maken over de westerse samenleving en de wereld. Er worden heel wat donkere toekomstbeelden geschetst. Maar het is een bron van kracht als je durft te vertrouwen op de Goede Herder, die ook dit kind door de toekomst heen zal leiden.

 

Maar er zit een veel diepere laag in deze woorden van Jezus.

En die vat je beter als je in het voorafgaande hoofdstuk begint te lezen.

Er is iemand die blind is geboren. En dat geeft mensen een onveilig gevoel. Zo iemand brengt eigenlijk een soort vlek in de samenleving. Die is niet compleet. En dan is er iets mis met je. Dan ben je niet goed. In alle opzichten. Dat kennen wij niet meer zo direct. Indirect nog wel overigens.

Jezus geneest hem. Maakt hem compleet. Trekt hem, die er zo buiten ligt, in de cirkel. Hij ziet weer. Maar dan wordt hij er weer uitgegooid. Hij is op de sabbath genezen. En dat mag niet. En hij is vol lof over Jezus. En dat is nog kwalijker. Ze gooien hem er definitief uit. Uit de Tempel. Uit de gemeenschap.

 

En daarover gaat het eigenlijk in die beeldspraak van de Goede Herder. We zouden eigenlijk eerst een half uur Bijbelstudie moeten doen. Want er is eigenlijk een heel rijtje aan beelden en betekenissen daarvan in dit stuk. Jezus is de Goede Herder. Maar even later is Hij de deur van de schapen, waardoor ze ingaan en uitgaan. Maar even daarvoor was er een ander deurwachter. En er zijn nog meer beelden. Er valt nogal wat uit te leggen.

Ik kan dat in de preek niet allemaal doen.  Dat zou te veel worden.

Maar het belangrijkste is dat Jezus als Herder met de schapen meetrekt.

En schapen, daar moet je in die tijd wel wat bij bedenken. Wie schapen zag, moest onmiddellijk aan de rituele slacht denken. Offerdieren. Talloze offerdieren werden in Jeruzalem geslacht en verbrand.

Schapen in de kooi: dat waren schapen die vastzaten voor de slacht. De Herder leverde ze bij de kooi af, en daarmee liet hij ze los aan de dood.

Maar deze Herder gaat met de schapen naar binnen.

Hij is Degene die met de schapen naar de slachtbank gaat.

Daarom heet het even verder dat Hij als Goede Herder zijn leven aflegt voor de schapen. De wolven komen en roven.

Als er bloed vloeit, ook in de rituelen, heeft het altijd te maken met slachtofferschap. Schapen vervangen mensen. Hoe vaak worden niet in deze wereld mensen geslachtofferd?

En daarover gaat het.

Over die blinde, die het slachtoffer is van het zwart-wit denken van de religieuze leiders. Hij wordt er uitgegooid. Geestelijk dood gemaakt.

Maar zo gaat Jezus als de Goede Herder ook mee de slacht in, mag je zeggen. Die laat zich ook buiten gooien. Doden. Vermoorden. Hij zet zijn leven in voor de slachtoffers.

De weg die Jezus is gegaan is de weg van het slachtoffer. Daar is Hij de Goede Herder.

 

We hebben het er in het Doopgesprek over gehad, dat wij mensen de neiging hebben tot het slachtofferen van anderen. Mensen botsen tegen elkaar op. Zitten elkaar in de weg. En er wordt er zo makkelijk één het slachtoffer van.

Mensen kunnen zo makkelijk oordelen over anderen. Ik heb de laatste weken in mijn vrije tijd vanwege mijn hobby nogal wat uren doorgebracht tussen werknemers op de werkvloer en in de kantine. Hoe makkelijk klinken er allerlei oordelen over anderen. Hoe makkelijk worden bepaalde mensen afgeschreven. In een hoek gezet. Hoe vaak vindt er niet een zwart-wit tekening plaats.  Hoe vaak is er niet een situatie van pek en veren.

Eigenlijk is dat de tragiek van deze wereld. Dat er altijd weer mensen slachtoffer moeten worden. U moet er eens op letten, hoe vaak dat in ons denken en praten gebeurt. En echt niet alleen bij werkvolk in de fabriek. Let eens op hoe vaak je toch weer ergens op subtiele manier iemand afschrijft.

 

En daarin is Jezus de Goede Herder. Hij doet niet mee aan het slachtofferen, maar gaat alle slachtoffers voor door zelf ook voorwerp van laster en van geweld te worden.

Hij is Herder en schaap tegelijk. Zie het Lam van God dat het kwaad van de wereld op zich neemt.

Slachtoffer.

 

Wat helpt dat?

Hij helpt daarmee slachtoffers van dit geweld te zien dat er één is die hen is voorgegaan. Op een ongekend kwetsbare manier. Maar in die kwetsbaarheid een geweldige kracht. Liefde. Liefde voor degenen die in die kwetsbaarheid worden vermalen. Slachtoffers. Maar ook liefde voor de moordenaars. En daarmee is duidelijk geworden dat deze Herder hen door dat diepe dal van duisternis heen leidt. Je bent als slachtoffer door Hem geen ‘loser’, maar een overwinnaar.

Je deelt in een nieuwe wereld, waarin geen slachtoffers meer gemaakt hoeven worden.

 

In het doopwater is Luuk, en zijn wij aan die weg van het slachtofferschap van Jezus verbonden. We hebben de oude wereld van het slachtofferen achter ons gelaten. We zijn opgestaan in een wereld van liefde.

Concreet: als Luuk straks op het schoolplein gepest zou worden – dat kan, er wordt heel veel gepest – dan is er één die oneindig solidair met hem zal zijn, en hem niet zal loslaten, al zou hij door iedereen in de hoek gedreven worden. De Goede Herder.

Maar ook: als een heel plein of een heel team op kantoor of de werkvloer zich tegen iemand keert dan laat je je niet zomaar in de sfeer meeslepen. Dan voel je met het slachtoffer mee. Dan neem je het er voor op. Als er bij de koffie schamper gedaan wordt over iemand uit het dorp of de familie, dan praat je niet ter wille van de goede sfeer mee. Je bent gedoopt. Met Jezus gestorven aan de oude wereld. Met Jezus opgestaan in een nieuw leven.

 

Als de doemscenario’s die we vaak te horen krijgen over de situatie in de wereld waar worden, zal er heel wat ellebogenwerk komen. Zullen onderlinge spanningen gaan oplopen. Zullen er heel wat onschuldige slachtoffers vallen. Eén voorbeeld. Vorige week zaterdag ging het in Rondom Tien over de ingezakte huizenmarkt. En de presentator vertelde dat hij in de voorbereiding met de studiogasten en de contacten nog nooit zoveel emotie had meegemaakt. Onderhuidse ongenoegens en boosheid kennelijk. Dat wordt altijd ontladen op een ander.

We vieren de mei-vieringen, deze week. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat gebeurd is wat is gebeurd in de Nazisme. Dat de Joden collectief de zondebok, het slachtschaap is geworden van de ongenoegens waarop een Hitler wist in te spelen. Het is gebeurd. Het kan opnieuw gebeuren. Elke tijd van ongenoegen kiest zijn zondebok.

Door de eeuwen heen heeft het Joodse volk dit lot geleden.

 

Maar het is indrukwekkend en bemoedigend dat Jezus heel deze boosaardigheid en duisternis van het menselijk ras heeft doorzien en zich vrijwillig voor opgeofferd heeft om het te overwinnen. Als Goede Herder zijn leven voor de schapen heeft gegeven. Daarmee is Hij het beeld van zijn Vader. Die het zijn volk als kudde heeft geweid. Opgejaagd volk, altijd weer. Maar God heeft het er voor opgenomen. En zo is Jezus als zijn Vader de Goede Herder.

Daarom, als het ons ten deel valt, en dat gebeurt ook nu elke dag met mensen om ons heen. Of misschien ben jij wel iemand die dat kent: er is Gods keus in Jezus voor ons. Voor het slachtoffer. Hij zal ons niet ten onder laten gaan.

 

Amen.