Dienst van Schrift en Tafel.
Voorganger: ds. Ph. van Wijk
Tekst van de preek over Handelingen 20 : 16-36
Lieve gemeente,
Vanmorgen is Jezus tastbaar en zichtbaar bij ons aanwezig.
Omdat Jezus dat zelf zo heeft bevolen zeggen we van het brood: ‘dit is het lichaam van Christus’. En eigenlijk moet je daar niet allerlei gedachtesprongetjes tussen maken, maar dat eenduidig en eenvoudig zo aanvaarden.
En zo ook met de beker. Wijn. ‘Dit is mijn bloed’.
Het lichaam van iemand die vermoord is in je handen nemen en een stukje eten.
Het bloed dat bij een executie gevloeid heeft drinken.
We hebben het liturgisch omgeven met een zekere verhullende schoonheid. Maar laten we het eens op die kern bekijken.
We doen dat niet om op deze wijze allerlei verborgen geweld bot te vieren. Ik herinner me nog dat ik als kind op school te horen kreeg dat de Batavieren hun drank dronken uit de schedels van hun vijanden. En er aan terugdenkend besef ik dat ik haarfijn aanvoelde dat dat wel één of ander gebeuren was dat nauwelijks verholen uitdrukking gaf aan geweld. Wraakachtige gevoelens. En op die manier kun je als groep je onderlinge onenigheden vergeten en projecteren op je vijanden.
Aan dat soort van dingen onder de mensen wil Jezus ons herinneren met het brood en de wijn, met zijn lichaam en bloed, vanmorgen.
Daarom heeft Hij die plastische manier van gebroken brood en uitgegoten wijn gekozen. Gebroken lichaam. Vergoten bloed.
Hij wil dat geweld dat heeft plaatsgevonden niet verhullen. En het besef levend houden van wat er werkelijk is gebeurd.
De jaloezie en rivaliteit van de joodse leiders die Hem van meet af aan in een cirkel van vijandigheid hebben willen trekken. En het besmettelijke van die hatelijke krachten, waardoor ook de mensenmassa is gaan koken. Het verraad van zijn vrienden.
Niet om te blijven hangen bij ressentiment. Oud zeer. Maar om juist tot iets nieuws te komen.
Dat klinkt door als Jezus de beker die van het ‘nieuwe Verbond’ noemt.
Want Jezus zit niet in die manier vast in de cirkels van het onderlinge geweld. Integendeel. Welbewust heeft Hij al die lagen van geweld over zich heen laten komen.
Hij wilde laten zien dat onschuldige mensen het slachtoffer worden. Hoe ongemerkt de krachtenvelden van het kwaad werken. Maar ook om er doorheen te komen. Te overwinnen. Niet met wraak maar met liefde.
De intense kracht van die liefde. Die zie je concreet worden.
Hij kent geen rivaliteit. Geen oud zeer. Geen wraak. Hij bidt voor zijn moordenaars. Hij zoekt zijn laffe vrienden op die Hem verraden hebben. Allemaal signalen van een intense grootheid van liefde.
Die intense grootheid: daardoor staat Hij op uit de dood. Daardoor leeft Hij.
En dat noemt Hij nu het nieuwe Verbond. Hij wil een nieuwe gemeenschap van mensen die bevrijd zijn. Net als destijds Israël uit de slavernij van Egypte. Bevrijd uit de ongemerkte krachtenvelden van het geweld. Een nieuwe mensengemeenschap waar mensen werkelijk op intense wijze zonder oud zeer en zonder rivaliteit aan elkaar verbonden zijn. Nieuwe gemeente van de liefde.
Die is er gekomen. Dat gaan we vooral volgende week vieren. De Geest van de liefde is gekomen onder de mensen. Prachtig zie je in Handelingen een nieuw volk opbloeien. Een gemeente die voortdurend het brood breekt en de wijn drinkt om bij die nieuwe kracht van liefde te blijven. Voortdurend zich te binnen brengend wat er met Jezus is gebeurd, en hoezeer zijn overwinning daarom bron van inspiratie en kracht is. Gemeente zonder geweld.
Maar ook die nieuwe, frisse gemeente, gemeente van de liefde, is in die oude krachtenvelden gekomen.
Dat wordt heel helder geïllustreerd met het verhaal van vandaag. Als Paulus op doorreis naar Jeruzalem waar hij Pinksteren wil vieren, de ouderlingen van Efeze naar de haven laat komen, en dan zijn bange gevoelens uit. Hij heeft een prachtige en indringende tijd gehad, drie jaar lang. En dat was toen heel lang. Maar die gemeente van liefde, het nieuwe Godsvolk, zou wel eens in gevaar kunnen zijn. Wolven van buiten. Vervolging van de gemeente. Maar ook, en daar ligt nog meer pijn, krachten van binnen die de gemeente stuk maken. Belangen. Onderlinge botsingen. Die prachtige gemeenschap van liefde dreigt te verworden. En alle oude krachten keren terug.
Het slaat op onszelf terug.
Op de keeper beschouwd gemeente: hoeveel is er over van het nieuwe Verbond? Een nieuw godsvolk? Een heilige gemeenschap van liefde?
Er zijn zulke prachtige krachten aanwezig in Jezus. In onze Doop. In het sacrament van de Tafel. Is die kracht van Jezus ook werkelijk onder ons aanwezig?
Het punt is dat het voortduren in de tijd altijd bedrijfsblindheid oplevert. Je ziet eigenlijk niet meer wat je echte roots zijn. Het wordt gewoon. Het slijt uit. En dan is dat nieuwe ook oud geworden. Dan is het in de kerk niet of nauwelijks meer anders dan waar dan ook. Mensen gebruiken de kerk en hun positie daarin dan voor hun eigen glans en glorie. Zoeken zichzelf.
Ik werk twee maanden onder u. Er zijn prachtige dingen. Bemoedigend Maar juist omdat je van buiten komt en nog geen deel uit maakt van de krachtenvelden zie je veel. De problemen en zorgen waar de gemeente de afgelopen twee jaar doorheen is gegaan hebben diepe sporen achtergelaten. De naweeën zijn niet voorbij. Mensen verlangen naar herstel. Maar soms blijft oud zeer zitten. Het heeft de onderlinge verhoudingen, ook van degenen die zijn gebleven, niet altijd uitgezuiverd naar liefde. Je vijanden of tegenstanders vergeven is heel moeilijk. Oude emoties vormen de reden om iemand op veilige afstand te houden.
Maar ook los van dat alles: er zijn de krachten van een ik-gerichte wereld. Religie, ook in de kerk, is er voor je eigen bevrediging van gevoelens. Daardoor is het zo moeilijk om echt dat nieuwe Godsvolk te zijn. Want de een vindt dit fijn. De ander dat.
Op deze zondag van het Weeskind willen we met elkaar iets van het heimwee uitdrukken naar die nieuwe gemeenschap. Jezus is niet meer onder ons. De Geest is vaak weg. Maar gelovig roepen we Hem naderbij. En het sacrament wil ons er bij helpen. Tastbaar is de moord op Jezus en zijn liefde als overwinning daarop aanwezig. Tastbaar is de bron van genade aanwezig. Vergeving voor onze zwakheid en lauwheid. Tastbaar is de inspiratie van nieuwe liefde aanwezig.
Het Avondmaal lopend vieren is een goede liturgische vorm. Maar in het verleden werd het ook hier wel in de kring gedaan. Dan kijk je elkaar aan. Dan krijgt de gemeenschap nog meer uitdrukking. In elk geval kennen we de vredegroet. Misschien geeft u vanmorgen wel iemand de hand, waarvan je eigenlijk minder goede herinneringen en gevoelens in de diepte van je ziel had opgeslagen. Laat dan die handdruk expressie zijn van een hart dat vergeeft, en liefde die zoekt, een genade die ook jezelf geneest.
Kom, Geest van God in ons midden. Beziel ons met uw kracht.
Amen.