Predikant:
ds. Ph. van Wijk
Lezing:
Genesis 25 : 19-34
Lieve
broeders en zusters,
Wat
mogen we ongekend blij zijn dat wij van het vol
k
Israël de Thora hebben gekregen.
Het
is het hart van wat Israël gelooft, en omdat wij ook op de stam van Israël
geënt zijn, raken die verhalen van Israël ons.
Misschien
weet u dat de oude verhalen van Israël vooral in de tijd van de ballingschap
opnieuw doordacht zijn. Bij elkaar gebracht zijn in die ene Thora met zijn vijf
boeken.
Je
kunt je wel voorstellen dat je in zo’n tijd waarin het volk uiteengeslagen is
en voor een deel gedeporteerd, gaat nadenken over de vraag: wie zijn we nu
eigenlijk? Zijn we werkelijk het godsvolk? Een identiteitscrisis met veel
vragen. En juist toen zijn allerlei verhalen die onder het volk leefden, en die
van generatie op generatie werden doorverteld opnieuw gaan leven en tot één
indrukwekkend oerverhaal bij elkaar gebracht. Over Gods bijzondere weg met de
aartsvaders, de oervaders van het volk.
En
hoe gaat dat? Verhalen waarin volken vertellen wat hun oorsprong is, zijn vaak
heldenverhalen. Mythen.
We
hebben allemaal de neiging om het verleden in ons voordeel te laten werken.
Jouw geschiedenis is toch een betere dan die van de buren.
Nederland
heeft toch een heel wat betere rol in de twintigste eeuw gespeeld dan
Duitsland. En jouw familie deed het toch heel wat beter dan sommige andere
families uit de buurt. De Islam is toch veel gewelddadiger dan het christelijk
geloof? Doorgewinterde Hervormden en doorgewinterde Gereformeerden hebben over
en weer over elkaars geschiedenis niet altijd een positief verhaal.
Mythische
vertekening over het heldenverleden van het eigen volk en de slechtheid van de
buurvolken, die vind je overal!
Maar
lees dan het verhaal van vandaag, van Jakob en Esau. Dat lezen wij natuurlijk
als een prachtig familieverhaal. Maar het is ook het oerverhaal waarin Israël
vertelt hoe het zit met hun buurland Edom. Jakob – Israël; Esau – Edom. Twee volken die heel veel moeite met elkaar
hadden. Als je het in de recente geschiedenis zou plaatsen dan zou je zeggen:
Israël en de Palestijnen. Of in Irak: sjiieten en soennieten. Of in de koude
oorlog: Rusland tegen Amerika. Of eigenlijk zoveel conflicten en
geweldssituaties.
En
de kracht van de Thora is dat het niet een zwart-wit verhaal wordt. Waarin
Jakob de held is, aan wie geen vlekje te bekennen valt, en de bron van de
conflicten alleen maar bij Esau te vinden zou zijn.
Het
verhaal wordt verteld over wie de zegen van de vader mag doordragen, en zo Gods
belofte doorgeven. Wie is geschikt als stamvader van het volk waarmee God zich
bijzonder verbonden heeft? Eén ding wordt pijnlijk duidelijk: het is alleen
genade van God dat Israël drager mag zijn van de krachten van het Godsrijk. En
niet omdat het een heldenverleden heeft.
Wij
maken vaak allerlei verkeerde leiders in de wereld tot zondebok omdat zij de
bron van oorlogen zouden zijn. Nee, als wij het voor het zeggen hadden zouden
we dat nooit doen. O nee? Het is de kracht van de Thora dat die ons laat zien
dat we conflicten in de wereld terug moeten vertalen in de verhalen van jezelf.
Van je eigen gezin. Van je familie.
Nee,
zegt de Thora. Kijk thuis in je eigen verhoudingen. Daar ligt de bron.
De
zwangere Rebekka. Een tweeling. Die zwangerschap breekt haar bijna op, omdat
die twee kinderen in haar schoot elkaar de ruimte al niet gunnen. Keihard op
elkaar botsen. Letterlijk staat er: breken, mishandelen, stukslaan.
HEER,
wat moet ik er mee? vraagt ze. Als ik zo moeder moet zijn is mijn leven
zinloos!
En
dan zeg ik het iets anders dan het er staat, maar eigenlijk zegt de HEER: wat
jij met je kinderen in je schoot meemaakt, dat is nu het oerprobleem van de
mensen op aarde. Twee volken die nu al oorlog hebben. De een wil machtiger zijn
dan de ander.
Een
tweeling: in veel primitieve en oude culturen werden tweelingen beschouwd als
buitengewoon gevaarlijk voor de vrede van de samenleving. Twee kinderen die
zoveel op elkaar lijken, of zo direct dezelfde belangen hebben kunnen zo
makkelijk een bron van geweld vormen. Ze doen elkaar na. Dat elkaar nabootsen
leidt tot jaloezie en rivaliteit. Veel mythen vertellen dat verhaal. Denk aan
het verhaal van Romulus en Remus, over het ontstaan van de Rome.
Tweelingen
werden en worden om die reden in sommige culturen als volstrekt ongewenst
beschouwd. Soms gedood of in de bush achtergelaten. Ze worden beschouwd als een
ongunstig teken. Onheil. En gelukkig hoeven we er zo niet meer naar te kijken.
Een tweeling is een dubbele zegen.
Maar
de Bijbel tekent wel de levensrealiteit dat ook intieme menselijke verhoudingen
altijd dat gevaar in zich dragen. Mensenparen die zo dicht bij elkaar staan.
Kaïn en Abel, Abraham en Lot, Isaak en Ismaël, Rachel en Lea.
Wat
spant het vaak in de verhalen van mensen die als zussen of broers heel gevoelig
zijn voor de eigen plek. Vooral als er belangen komen. Tussen partners,
collega’s, vriendinnen. Die ongekend veel delen, en plotseling door het
nabootsend begeren, willen zijn wat de ander is. Naar hetzelfde lonken, en
daardoor heel verborgen, of soms heel openlijk en keihard botsen.
Want
wij denken dat we ieder een eigen persoonlijkheid zijn. Dat we allemaal
authentiek zijn. Wat ik wil is van mezelf. Want ik ben uniek. Maar ontzettend
veel van wat we willen lenen we eigenlijk van de ander. En als die ander zo
dichtbij je leeft, voelt en weet die ander dat ook haarfijn. En dat maakt het
soms zo moeilijk.
Waarom
wilde Jakob het eerstgeboorterecht? Omdat hij zo gelovig was? Ik denk dat het
te mooi is om zijn verlangen zo vroom te maken. Het was een puur diepmenselijk
fenomeen. Hij wilde zijn wat zijn broer was.
Jakob
was rechtuit iemand die in dat nabootsend verlangen gevangen zat. Puur
rivaliteit. Willen zijn wat de ander is. Zijn rol was niet fraai.
En
het is waar. Van Esau wordt niet zo’n mooi portret getekend. Iemand die zich
laat leiden door de onmiddellijke bevrediging van zijn behoeften. Teveel aan de
eisen van zijn lichaam gebonden om plaats te maken voor God. Hij leeft in een
heftig nu. Laat me eten. Eigenlijk staat er: laat me vreten. Hij denkt niet aan
de diepere dingen. Hij zou zo bij onze tijd passen. En daarmee is iets gezegd
over het volk van Esau. Maar de Bijbel laat zich niet tot de al te menselijke
neiging verleiden om het eigen verleden van Israël te verheerlijken. Vertelt
volkomen eerlijk over Jakob. Niet zo behaard als zijn broer. Letterlijk en
figuurlijk een gladde jongen. Vastgeketend aan de obsessie dat zijn broer de
eerstgeboren is. Vol van rivaliteitsgevoelens.
En
dan zou je verwachten dat Rebekka en Isaak wel heel in het bijzonder op hun
hoede geworden zijn door deze prenatale oorlog in hun gezin. Dat ze er samen
dagen en nachten over gepraat hebben om dit kwaad te stuiten. En dat ze elkaar
zouden hebben opgescherpt om hun kinderen iets van het grote van Jahwe mee te
geven. De wijsheid en de liefde die het nabootsend botsen overwint. Juist door
zelf in heilige harmonie te leven.
Maar
het blijkt hoe subtiel en ongemerkt het concurrentiemodel tussen mensen werkt.
Dan worden die kinderen een wig in hun huwelijk. Ze laten zich besmetten door
de rivaliteit van die twee jongens, en het drijft hen ook uit elkaar. Als je
het verhaal leest denk je: hoe konden die twee nu zo een voorkeur hebben? Zo
een lievertje kiezen. Iedereen weet met zijn verstand dat dat niet moet. Maar ligt
het gevaar dat je ongemerkt toch meer van het ene dan van het andere kind gaat
houden niet dichter bij dan je wil toegeven?
Kinderen
kunnen soms inderdaad een wig drijven in verhoudingen.
Een
thema met allerlei variaties.
Hoe
vaak zie je niet dat kinderen worden gebruikt om je eigen gelijk te bevestigen
tegenover je partner. Bij gescheiden ouders. Gebruikt om ze tegen de ander uit
te spelen. Op te zetten. Te kiezen. Soms wordt een kind gebruikt, verwekt als
een poging om problematische verhoudingen te verzoenen. Dat moet dan een
huwelijk redden.
En
wat een oprechtheid van de Thora, om zulke verhoudingen eenvoudig te
beschrijven. Vergis je niet in jezelf. Het is goed om eerlijk te worden over je
eigen diepste attitude. Juist daarin gaat de Bijbel ons voor. Geen
geromantiseerd mensbeeld. Maar heel openhartig. Want juist daar gaat Gods
prachtige openbaring over. Om dat te overwinnen. Eigenlijk is heel de Bijbelse
boodschap één groot verhaal om duidelijk te maken dat de liefde van God gekomen
is om de menselijke verhoudingen in een nieuw licht te stellen. Om al dat
botsen onder mensen te overwinnen en om alle dingen en alle mensen met elkaar
in het reine te brengen. Daarover gaat het evangelie van Jezus Christus. Zo
komt het Rijk van God. Vrede op aarde. En de wijsheid van de Thora is dat
dingen niet toegedekt worden maar opengelegd. Ontgoochelend. Maar ook
vernieuwend.
Eer
aan de Vader
Eer
aan de Zoon
Eer
aan de heilige Geest.